Er zijn grote stappen gezet om de
Einstein Telescope in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland te kunnen bouwen.
Tijdens de vierde ministeriële top over de Einstein Telescope in Kerkrade werd bekend dat de Vlaamse regering 200 miljoen reserveert voor het project. Daarnaast ondersteunen België en Nederland de stappen die in Duitsland worden gezet om ook daar definitief geld voor de bouw van de Einstein Telescope te reserveren.
Tevens werd tijdens de top bekendgemaakt dat de eerste resultaten van de boorcampagne de voorlopige conclusie opleveren dat de ondergrond in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland voldoende stabiel is en mogelijkheden biedt om de telescoop te bouwen.
Groot optimisme tijdens top
Dit nieuws zorgde voor groot optimisme bij de verantwoordelijke ministers uit Noordrijn-Westfalen, België en Nederland tijdens de conferentie in Kerkrade over de ondergrondse telescoop. Aanwezig minister en gastheer Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap noemt de Vlaamse investering heel goed nieuws, net als de stappen die Duitsland zet. “We zijn samen echt weer een stap verder op weg naar de Einstein Telescope. De gemaakte afspraken en de eerste resultaten van de grondboringen zorgen dat de bodem onder ons plan letterlijk en figuurlijk steeds steviger wordt. En dat is goed nieuws. Samen kunnen we met de Einstein Telescope echt een flinke impuls geven aan de wetenschap, maatschappij en economie in onze landen.”
Nieuwe ministers zetten ET hoog op agenda
Gedeputeerde Stephan Satijn deelt het optimisme. “Tijdens deze ministersbijeenkomst is duidelijk geworden dat we allemaal hetzelfde willen: de Einstein Telescope naar deze regio halen. Ook de nieuwe ministers zetten de Einstein Telescope onverminderd hoog op de agenda. Met goede afspraken zijn we weer een stap verder.”
Na verkiezingen en regeringsvorming in Nederland en België is een aantal nieuwe ministers verantwoordelijk voor het project Einstein Telescope. Vanuit Wallonië is dat minister Pierre-Yves Jeholet, in Vlaanderen is dat minister-president Matthias Diependaele en vanuit Nederland minister Eppo Bruins.
Gedeputeerde Satijn heeft de aanwezige ministers en regeringsvertegenwoordigers opgeroepen om de lobby richting de andere landen in Europe te coördineren en gebruik te maken van de contacten en netwerken van de ministers van de drie landen
Commitment in de drie landen
In aanloop naar de top is bekendgemaakt dat het nieuwe Vlaamse kabinet alvast 200 miljoen euro reserveert voor de Einstein Telescope. Samen met de financiële reservering in Nederland en de extra impuls die minister Bruins op Prinsjesdag gaf, is er in beide landen in totaal meer dan een miljard euro beschikbaar voor de Einstein Telescope.
Ook in Duitsland zijn er goede stappen voor de Einstein Telescope gezet. Daar loopt een aanvraag om de Einstein Telescope op de Duitse prioriteitenlijst voor grote wetenschappelijke infrastructuren te krijgen. Daarnaast heeft staatssecretaris Gonca Türkeli-Dehnert van Noordrijn-Westfalen aangekondigd om € 7,9 mln. vrij te maken voor de haalbaarheidsfase van het project.
Boorcampagne: harde rotsen gunstig
Een belangrijke voorwaarde voor de bouw van de Einstein Telescope is dat de bodem daar geschikt voor is. Uit de eerste resultaten van de boorcampagne in het grensgebied van België, Nederland en Duitsland blijkt dat de ondergrond uit hardere rotslagen bestaat. Dat is gunstig voor het bouwen van een ondergrondse onderzoeksinfrastructuur. De geanalyseerde data van de boringen zijn geverifieerd door de geologische dienst van TNO. Deze Nederlandse onafhankelijke onderzoeksorganisatie deelt de conclusie van het onderzoeksteam dat er op basis van deze eerste bevindingen geen factoren zijn die het project onuitvoerbaar zouden maken.
Meer onderzoek nodig
Deze boorcampagne en de verzamelde data zeggen overigens nog niks over de vraag waar de drie hoekpunten voor de ondergrondse telescoop precies komen. Daarvoor is verder geologisch onderzoek nodig. Daarnaast moet seismisch onderzoek aantonen dat het gebied voldoende ruisvrij is om de telescoop optimaal zwaartekrachtsgolven te laten meten.
Verder moet uit civieltechnisch onderzoek blijken hoe de bouw van de ondergrondse tunnels en hoekpunten mogelijk is. Daarnaast moet onderzoek naar de omgevingseffecten uitwijzen wat de meest geschikte locatie zal zijn. In 2026 valt het besluit waar in Europa de Einstein Telescope gebouwd wordt.