Afgelopen zaterdagmiddag vond in een van de collegezalen van
Ligne het Willy Dols
Symposium plaats.
Willy Dols was een uit Sittard afkomstige taalwetenschapper die zich in zijn onderzoek richtte op het Limburgs dialect en het Sittards dialect in het bijzonder. Hij kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog op tragische wijze om het leven en kreeg daardoor niet de kans om zijn veelbelovend talent ten volle te benutten.
Dols zag het Sittards dialect als een zelfstandige taal met eigen historie en dynamiek en stelde dat deze taal een onlosmakelijk onderdeel vormt van onze identiteit. Kortom: het behouden meer dan waard.
Frans Walraven, mede-oprichter van de
Willy Dols Stichting, geeft al ruim 30 jaar cursussen Sittards dialect. De oud-docent aan Trevianum Scholengroep voltooide een studie taalkunde en dialectologie en zet zich van harte in voor het behoud van het Sittards dialect onder het motto "Wae zien taal respecteiert, cultiveiert die ouch!". In dat licht gezien is het dan ook niet vreemd dat hij een symposium rond de bijna 80 jaar geleden overleden Sittardse taalkundige organiseerde.
Na het openingswoord door wethouder Andries Houtakkers schetste Frens Dols aan de hand van gevonden brieven een beeld van nónk Willy. Daarna ging Frans Walraven dieper in op de eigen-aardige klanken in het Sittards, waarbij uiteraard ook het werk van Willy Dols ter sprake kwam. Dols onderzocht onder meer de Sittardse diftongering, iets waar men volgens Frans Walraven in Sittard trots op is en niet Sittardenaren jaloers op zijn. Waar ze buiten Sittard spreken van 'beer' (bier) hebben ze het in Sittard over 'beier' en 'veer' (vier) is in Sittard 'veier'. Het Sittards dialect onderscheidt zich door deze kenmerkende diftongering van andere Limburgse dialecten. En deze materie is complexer dan je op basis van het simpele voorbeeld "Veier beier veur eine guije veier!" zou denken.
Na de pauze was het woord aan professor dr. R. van Hout, emeritus hoogleraar aan het Centrum voor taalstudies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, die voortborduurde op ruisende klanken en fonemen.
Achter het Sittards dialect blijkt een complex systeem van regels schuil te gaan en dat is natuurlijk reuze interessant voor taalwetenschappers en anderen met een diepergaande belangstelling voor de taal. De 'geweune sjterveling' zal er niet warm of koud van worden, maar de echte Sittardenaar die aan zijn dialect verknocht is waarschijnlijk wel, want het Sittards dialect is door allerlei ontwikkelingen aan enige erosie onderhevig. En in welke mate dat het geval is, is middels een enquête onderzocht door de Willy Dols Stichting. Daaruit bleek dat de kenmerkende diftongering vooral bij jongere inwoners aan sleet onderhevig is. De voorlopige resultaten tonen overigens aan dat gemiddeld nog ruim 70 procent van de inwoners de Sittardse diftongering hanteert in het gesproken dialect. Aan het slot van het symposium, waarin de bijdragen van de verschillende sprekers werden afgewisseld met muzikale intermezzo's, overhandigden Frans Walraven en Peter Hilkens namens de Willy Dols Stichting de resultaten van de enquête aan professor Van Hout (foto boven dit bericht). De middag werd afgesloten met een gezellige nazit.