Een regeling waarmee de overheid starters op de
woningmarkt wilde helpen, heeft ook veel jonge kopers geholpen die al een huis hadden.
Na de jaarwisseling waren
huizenkopers onder de 35 jaar vrijgesteld van
overdrachtsbelasting. Bijna 40 procent van deze groep die een huis kocht in het eerste kwartaal was al huiseigenaar, meldt het
Kadaster.
Wie als particulier een huis koopt moet doorgaans een overdrachtsbelasting van 2 procent van de koopsom betalen. Maar ‘jongeren’ op huizenjacht kregen van het kabinet een eenmalige meevaller van duizenden euro’s dankzij de vrijstelling. Zij zouden zo gemakkelijker aan een koopwoning moeten komen op de krappe huizenmarkt. Hoewel deze regeling de startersvrijstelling wordt genoemd, blijkt nu dat van alle huizenkopers onder de 35 jaar in het eerste kwartaal 39 procent al woningeigenaar was.
Het Kadaster verwacht dat de beleidsmaatregel pas op termijn effectiever zal worden voor zogenoemde koopstarters. Dat komt omdat het percentage doorstromers op de huizenmarkt dat niet ouder is dan 35 jaar zal afnemen, aangezien de regeling maar één keer toegepast mag worden.
De wetswijziging heeft in de eerste drie maanden van dit jaar verder voor bijna een derde meer woningverkopen gezorgd ten opzichte van dezelfde periode een jaar geleden, doordat mensen massaal de overdracht over de jaarwisseling heen tilden. Sinds 1995 was het aantal transacties niet zo hoog. Daarbij speelde ook mee dat na 1 april huizenkopers onder de 35 jaar wel weer overdrachtsbelasting moeten betalen als ze een huis van boven de 400.000 euro kopen. Het aantal woningen van meer dan vier ton dat aan 35-minners werd verkocht was in het afgelopen kwartaal meer dan drie keer zo hoog als een jaar eerder.
Door de toegenomen drukte op de woningmarkt stegen ook de huizenprijzen hard. Vooral in de laatste dagen van maart steeg de gemiddelde woningprijs “spectaculair”, van 329.000 euro in januari naar 403.000 euro in maart.