Grote pensioenfondsen staan er beter voor dan paar maanden terug

23 apr , 7:00 Nieuws
financiele groei grafiek
© Freep!k
De grote pensioenfondsen hebben een goed eerste kwartaal achter de rug. Ambtenarenpensioenfonds ABP en zorgfonds PFZW, maar ook bpfBOUW en de metaalfondsen PME en PMT deden goede zaken met beleggingen en staan er financieel nu weer wat beter voor dan een paar maanden geleden.
De zogeheten dekkingsgraad van ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, steeg bijvoorbeeld van 110,5 procent eind vorig jaar naar 112,9 procent. Dat betekent dat voor elke 100 euro pensioen die ABP nu en in de toekomst aan pensioenen zal moeten uitkeren, het fonds 112,90 euro in kas heeft.
Bij PFZW groeide deze graadmeter van 106,3 naar 107,5 procent. PME kende een verbetering van 109,4 naar 111,7 procent en PMT van 105,5 naar 107,1 procent. Bij bpfBOUW, dat er al langer beter voor staat, bedraagt de dekkingsgraad inmiddels 126 procent. Volgens pensioendeskundigen van adviesbureau Aon wisten de fondsen te profiteren van stijgende beurskoersen op de aandelenmarkten.
Terry Troost, werkgeversvoorzitter bij PMT, spreekt van “fijn nieuws op weg naar het nieuwe stelsel”. De fondsen hamerden er in januari al op dat de politiek niet meer moet sleutelen aan de pensioenwet voor de grootscheepse hervorming van het Nederlandse pensioenstelsel. Dat deden ze toen naar voorstellen van sommige Kamerleden om toch weer naar de al aangenomen pensioenwet te kijken.
ABP-bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen gaat in het kwartaalbericht van zijn fonds opnieuw in op de overgang naar het nieuwe stelsel. “We liggen op koers en werken gestaag door om het vernieuwde pensioen vorm te geven. Het is belangrijk dat we in rustig vaarwater hier verder aan kunnen blijven werken. Voor ons staat nog steeds als een paal boven water dat vernieuwing nodig is en dat het goed en evenwichtig uitpakt voor onze deelnemers, jong en oud.”
Of gepensioneerden volgend jaar net als dit jaar weer een verhoging van hun pensioen kunnen verwachten, is nog niet te zeggen. De cijfers van de fondsen zien er hoopgevend uit. Maar de fondsen beoordelen pas in het najaar of ze dan financieel sterk genoeg zijn om de pensioenen verder op te voeren.