In het jaarverslag van de gouverneur over 2022 komen Limburgers aan het woord die iets bijzonders betekend hebben voor de provincie.
Ze gaan in gesprek over wat 2022 voor hen bijzonder maakte. Deze keer gaan Anoesjka Koopmans en Edmond Staal het gesprek aan. Anoesjka Koopmans is president van de Oud Limburgse Schutters Federatie en was vicevoorzitter van het stichtingsbestuur OLS Meijel, waar in 2022 het OLS plaatsvond. Edmond Staal werkte 35 jaar bij het Limburgs Landschap, was vicevoorzitter van de afdeling Limburg van het Prins Bernhard Cultuurfonds en medeoprichter van het Matthias Soiron Fonds. Hij werd in oktober 2022 door gouverneur Emile Roemer tot Limburger van Verdienste benoemd.
Als Edmond Staal het schutterslokaal van ‘de Grúún’ in Meijel binnenstapt en de vaandels van Schutterij St. Willibrordus ziet, wordt hij meteen enthousiast. “Er zijn zoveel cultuur-historische schatten verstopt in al die Limburgse dorpen en steden. Geweldig.” Anoesjka: “Wij zijn een relatief jonge schutterij, maar er zit ontzettend veel historie en traditie in de schutterswereld. Er zijn zoveel mooie verhalen te vertellen.” Een schutter en iemand die zich een groot deel van zijn werkzame leven heeft ingezet voor Stichting het Limburgs Landschap, op het eerste gezicht hebben ze misschien weinig met elkaar te maken. Maar zet Anoesjka Koopmans en Edmond Staal samen aan één tafel en je blijft luisteren.
'Wij zijn allemaal Limburgers’
“Het OLS heeft voor ontzettend veel energie in Meijel gezorgd. We hebben er met de hele gemeenschap naar toe geleefd. Er samen keihard aan gewerkt. Zo’n 200 mensen zaten in de organisatie en tijdens het OLS zelf konden we op 1.300 vrijwilligers rekenen. Iedereen zette zich in voor hetzelfde doel: een fantastisch feest organiseren. Die enorme drive, die peelmentaliteit van samen de schouders eronder zetten, het bezorgde me kippenvel. En nu ik het jou vertel voel ik het wéér. Ik gun het elke gemeenschap in Limburg om een keer het OLS te mogen organiseren. Het is een zegen. Het zorgt voor een gevoel van trots, dat tot in lengte van dagen bijdraagt aan de verbinding in een gemeenschap.” Edmond: “Die tradities zoals een OLS, maar bijvoorbeeld ook vastelaovend versterken de
identiteit. Op zulke momenten voelen we dat we iets gemeenschappelijks hebben. Dat we allemaal Limburgers zijn. Dat is best bijzonder. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat hij Gelderlander of Zuid-Hollander is. Limburgers zeggen dat wel. Zelfs ik voel me Limburger en dat terwijl ik eigenlijk import ben.” Anoesjka: “Ik denk dat het gevoel van samen iets voor elkaar krijgen verbindt en verbroedert. Het maakt je weer bewust van waar je roots liggen.”
De kracht van het Limburgs DNA
Ons landschap is ook ons geschiedenisboek
“Als je het over Limburg hebt, ziet iedereen meteen een plaatje; vakwerkhuizen, glooiende heuvels. Dat plaatje is niet compleet. Limburg is juist heel gevarieerd. In een relatief klein gebied hebben we verschillende landschappen. Ook de bodem verschilt: carboon, mergel, veen, grind en zand. Je ziet dit terug in de bouwstijlen én in de mensen. De ondergrond bepaalde wat de mens ging doen. Jij had het net over de peelmentaliteit, die mentaliteit is daar ook een gevolg van. Hoe schraler de grond, hoe harder je moest werken. Dat is vormend. In die zin is ons landschap ook ons geschiedenisboek.” Anoesjka: “Die variatie zie ik in de schutterswereld ook terug. Elke bond, elke schutterij heeft zijn eigen gebruiken en eigenheden. Tegelijkertijd staan we samen sterk en kijken we ook vooruit, naar de toekomst. Daarbij willen we bij de tijd blijven door onze tradities te verbinden met vernieuwingen” Edmond: “Dat jij nu federatiepresident bent, is daar een mooi voorbeeld van. In Venlo hadden ze afgelopen carnaval twee driespannen met vrouwen. Dat zijn vernieuwingen die eraan bijdragen dat tradities in stand blijven. Ik zie die vernieuwing ook in de natuurgebieden terug. Door corona zijn we nieuwe mensen in de bossen gaan zien. Mensen hebben de natuur ontdekt, gingen wandelen. Ook op andere momenten van de dag. En dat zijn ze blijven doen. De natuurgenieter is veel diverser geworden. Ik vind dat een goede ontwikkeling, want al deze mensen voelen zich nu meer verbonden met de natuur.
Samen iets voor elkaar krijgen verbindt en verbroedert. Het maakt je weer bewust van waar je roots liggen
Waar zit het gemeenschappelijke?
“Dat is een mooie ingang om hen ook meer bij het behoud van de natuur te betrekken”, vindt Anoesjka. “Waar zit het gemeenschappelijke? Als je dat weet, kun je stappen zetten. Zo houden wij onze vereniging ook levend. We bepalen samen onze doelen. Eén van de doelen van ons muziekkorps was om deel te nemen aan het Wereld Muziek Concours in Kerkrade. We hebben er vijf jaar aan gewerkt en gingen voor zilver. Ons optreden was geweldig, we wonnen goud. We waren zo verrast dat we gewoon vergaten onze hoed in de lucht te gooien. Onze schutters hadden ook een doel: het OLS winnen, d’n Um naar Meijel brengen. Daar maakten we een plan voor om dat op onze manier te doen. In ons winnende zestal hadden we vier vrouwen, waarvan twee piepjonge. Maar niet alleen binnen de vereniging is het gemeenschappelijke belangrijk. Zeker ook daarbuiten. Op allerlei manieren werken wij samen met andere verenigingen en met onze gemeenschap.” Edmond: “Zoeken naar het gemeenschappelijke is inderdaad belangrijk. Het zorgt ervoor dat je met elkaar in gesprek blijft, dat je niet verzandt in vooroordelen. Daarom lenen we bij Stichting het Limburgs Landschap ook gereedschap uit, geven we cursussen, betrekken we kinderen bij ons werk én gaat het niet alleen maar over bos. Maar als ik zie hoe enthousiast kinderen meedoen aan het Kinjer OLS, dat is zo’n mooie manier om kennis te maken met de schutterswereld.” Een hoogstamboomgaard, of een voedselbos is ook goed. Wat er in de maatschappij gaande is, moet je je organisatie binnenhalen. Je moet niet overal tegen zijn. In Arcen staat de schietboom van de schutterij in het bos. Dat is historisch zo gegroeid. Dus waarom zouden we het Koningsschieten dat één keer per jaar op die plek is, verbieden? Of denk aan het Odapark in Venray, waar moderne kunst in een natuurgebied staat. Juist door samen op te trekken, kom je ergens. In je eentje bereik je niks.”
‘Elk kind heeft recht op een passie’
“Die diversiteit die je benoemt, herken ik in de schutterswereld. Iedere vereniging, iedere bond kent vanuit de historie en traditie zijn eigen cultuur en eigenheid. Dat maakt ons schutters- en gildewezen juist zo waardevol, kleurrijk en uniek. En waar ik ook kom: ik ervaar solidariteit, gemeenschapszin, historisch besef en betrokkenheid. Ik hoor echter ook de zorgen; de aanwas van jonge leden en de bestuurlijke uitdagingen.
Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat hij Gelderlander of Zuid-Hollander is. Limburgers zeggen dat wel
Edmond: “Elk kind heeft recht op een passie. Wij moeten hen nieuwsgierig maken, hen besmetten met ons enthousiasme. Dan geven we iets door waar ze hun hele leven plezier van kunnen hebben. Het hoopvolle van mijn werk is, dat de natuur zich altijd herstelt als natuurlijke processen daarvoor de kans krijgen. De natuur gaat altijd door.” Anoesjka: “Wij blijven dwarsverbanden zoeken, zijn als vereniging zichtbaar in het dorp. We doen ook iets terug voor het dorp, bijvoorbeeld door anderen gebruik te laten maken van ons clubgebouw. Ik kom veel loyaliteit tegen in de schutterijen. Dat raakt me. Het schuttersgevoel, het samen de schouders eronder willen zetten. Ik kende het van mijn eigen vereniging, maar ervaar het nu overal waar ik kom. Ook dat is identiteit. Daar zie ik dan toch weer de kracht van het Limburgs DNA.”