Landelijke cijfers laten zien: criminelen zijn niet steeds jonger

Verdachten en daders van crimineel gedrag zijn niet steeds jonger, meldt het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) op basis van landelijke cijfers.

Ook zijn jongeren volgens het centrum niet vaker verdachte of dader van ernstige geweldsincidenten. Het percentage jongeren dat zelf zegt een misdaad te hebben begaan, is wel ongeveer tien keer zo hoog als wat door de politie wordt geregistreerd.

Uithalers - mensen die drugs uit containers in havengebieden halen - zijn geregeld minderjarig. Ook verdachten van het plaatsen van explosieven zijn vaak jong. Toch kan volgens het WODC "het beeld dat er sprake is van een steeds jongere leeftijd van verdachten en daders" in de cijfers niet worden teruggevonden als een algemene ontwikkeling. "Dit sluit echter niet uit dat er geen verjonging kan zijn bij bepaalde soorten misdrijven of in specifieke regio's."

De jeugdcriminaliteit die door de politie wordt geregistreerd is geconcentreerd in een klein aantal buurten in vooral de grote steden. De cijfers van de politie duiden op verschillen tussen bevolkingsgroepen en regio's, maar in zelfrapportages zijn die verschillen kleiner of helemaal afwezig. Sowieso wijkt het percentage jongeren dat zelf aangeeft iets crimineels te hebben gedaan dus af van de politieregistraties. "Hoewel het dan vooral gaat om lichte vergrijpen die meestal niet tot vervolging zullen leiden, geeft het zicht op een deel van de delicten dat niet of beperkt in beeld is bij politie of justitie", stelt het WODC hierover.

Ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit worden eens in de zoveel tijd onderzocht door het WODC en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De geregistreerde criminaliteit onder jongeren in Nederland nam de afgelopen twintig jaar af.