Letselschade advocaten, juristen en letselschadebureaus wachten met spanning af. Krijgen naast ouders en kinderen nu ook broers en zussen na een zwaar ongeval of overlijden van een naaste recht op affectieschade? Het is belangrijk nieuws voor veel letselschade slachtoffers.
Letselschade advocaten in Amsterdam , Rotterdam en de rest van Nederland wijzen al jaren op het belang van affectieschade voor broers en zussen van slachtoffers met ernstig letsel of overleden slachtoffers. Maar is affectieschade eigenlijk? Wie hebben er tot op heden recht op en waar hebben ze dan precies recht op? U leest het in deze blog.
Ieder jaar gebeuren er in Nederland honderdduizenden verkeersongevallen, raken bijna 200.000 mensen gewond bij een ongeluk op het werk en vinden er 150.000 hondenbeten plaats. Vaak gaat het om ongelukken zonder dat er letsel opgelopen wordt. Maar in 75.000 gevallen per jaar is er wel sprake van dermate letsel dat het letselschadeslachtoffer een letselschadeclaim indient.
Bij een klein deel van de 75.000 letselschadeclaims die er in Nederland ingediend worden, gaat het slechts bij een klein aantal om een dermate ernstig ongeval dat er zich zwaar letsel voordoet. Bij een klein deel van de ongevallen overlijdt het letselschadeslachtoffer.
Een letselschadeadvocaat, zoals een
letselschade advocaat in Rotterdam
, kan de letselschade van het letselschadeslachtoffer verhalen. Een letselschadevergoeding bestaat uit materiële schade en smartengeld.
Smartengeld is een vergoeding voor leed dat het slachtoffer van een ongeval lijdt als gevolg van de aanrijding, het bedrijfsongeval of de hondenbeet. Het gaat dan om een vergoeding voor pijn, verdriet en psychische klachten zoals angstklachten na een hondenbeet of rijangst. Maar soms zijn de psychische klachten zo groot dat er sprake is van een post traumatische stressstoornis.
Tot 1 januari 2019 had alleen het slachtoffer van een aanrijding zelf recht op smartengeld. Dit werd echter niet eerlijk bevonden. Want niet alleen het slachtoffer zelf, ook anderen kunnen verdriet hebben van een ongeval of hierdoor psychische klachten hebben opgelopen. Er is dan sprake van smart bij derden.
Om naasten van slachtoffers van een ongeval tegemoet te komen, is op 1 januari de wet Affectieschade van kracht geworden. Op basis van deze wettelijke regeling hebben ook anderen dan het slachtoffer van het ongeval zelf recht op een vergoeding van smartengeld, affectieschade genoemd.
Wie recht hebben op een vergoeding van affectieschade is opgenomen in het Besluit Vergoeding Affectieschade. Op grond van deze regeling hebben recht op affectieschade:
Opvallend in dit rijtje is het gemis van broers en zussen. Deze hebben geen eigen recht op een smartengeldvergoeding. Dit terwijl er vaak een innige band is tussen broers en zussen. Een lacune in de wettelijke regeling vinden veel letselschade advocaten en letselschadebureaus. Daarom wordt al jaren gepleit van het opnemen van broers en zussen in het rijtje met gerechtigden op een affectieschadevergoeding.
Letselschade advocaten hebben wel geprocedeerd en gesteld dat broers en zussen onder “overige nauwe relaties” vallen. Tot op heden is dit echter nog geen vast rechtspraak.
Ook de overheid ziet dat het niet correct is om broers en zussen uit te sluiten van een affectieschadevergoeding. Inmiddels is er echter een voorstel gedaan ter uitbreiding van de wet Affectieschade. Laten we hopen dat broers en zussen eerdaags ook recht op een affectieschadevergoeding ontvangen.