Loket afhandeling mijnschade moet eind dit jaar in de steigers staan

28 sep , 13:00 Nieuws
rasg 390 001254 g mijnschade geleen
Eind van dit jaar moet er een voorstel liggen voor het loket waar Limburgers terecht kunnen voor een vergoeding of andere hulp bij het verhelpen van mijnschade aan hun woningen.
Dat is waar Patrick van der Broeck en Lilianne Ploumen als kwartiermakers van het Instituut voor Mens, Milieu en Mijnbouw Limburg (I3ML) hard aan werken. De kwartiermakers gebruiken praktijkcasussen, om op die manier ervaring op te doen met de afhandeling van schade en om te voorkomen dat het een papieren regeling wordt.
“Onze opdracht is tot een toegankelijke en snelle afhandeling van schademeldingen te komen, zodat die schade daarna ook daadwerkelijk hersteld kan worden. Daaraan zijn we nu volop aan het bouwen. In december willen we ons voorbereidend werk af hebben”, aldus de in juni aangetreden kwartiermakers.

Laagdrempelig loket

Een halve eeuw na de sluiting van de mijnen hebben huishoudens in Zuid-Limburg nog steeds last van schade aan hun woningen, zoals verzakkingen en scheuren. De Rijksoverheid, de tien mijngemeenten en de Provincie Limburg willen met het nieuwe instituut I3ML een laagdrempelig loket voor gedupeerden openen. “Daar moeten mensen zo snel mogelijk en adequaat worden geholpen. We zetten erop in dat mensen worden ontzorgd door hen actief te ondersteunen en begeleiden nadat ze melding hebben gemaakt van schade”, zegt Lilianne Ploumen.
“We willen dat er straks een goede regeling is waar geen gezeur over kan ontstaan”, vult Patrick van der Broeck aan. “De nieuwe organisatie die we daarvoor gaan neerzetten moet de focus hebben op het verhelpen van de problemen van de mensen.”
Waar komt het loket? Hoe ziet dat eruit? Hoe moet de nieuwe afhandelings-organisatie eruit zien? De kwartiermakers werken met betrokken overheden aan antwoorden op deze – en nog veel andere – vragen. Lilianne Ploumen: “Schade aan woningen kan veel oorzaken hebben. Het hoeft niet altijd om mijnschade te gaan, dat maakt het ingewikkeld. En er zijn heel veel (overheids)partijen bij betrokken. Van het Rijk tot gemeenten. Dat maakt dat we niet over één nacht ijs kunnen gaan. Onze opdracht is om een voorstel te doen voor een organisatie die vanaf het begin klaar staat voor de burger. Daarbij betrekken we ook de lessen van eerdere schadeoperaties, zoals rondom de aardbevingsschade in Groningen en de waterschade van ‘21 in Limburg. Ons voorstel willen we in december opleveren. Dan gaan de overheden daarmee aan de slag.”

Gebruiksvriendelijk inrichten

Een concreet idee is om in de praktijk op korte termijn ervaring op te doen met een aantal schadegevallen. Patrick van der Broeck: “Wij zijn dus verantwoordelijk voor een voorstel voor het inrichten van een loket waar mensen schade kunnen melden, maar er is natuurlijk veel meer te doen: Het inrichten van een zogenaamde Limburgkamer door de commissie Mijnbouwschade, een plek vinden waar mensen naar toe kunnen en alle processen en protocollen op elkaar afstemmen; Gelukkig is er al veel werk verricht. Zo zijn er protocollen, instellingsbesluiten en procesbeschrijvingen in concept klaar. We snappen dat mensen dat niet interessant vinden, maar al dat voorbereidende werk is wel echt nodig om uiteindelijk te kunnen beoordelen of het aannemelijk is dat schade veroorzaakt is door mijnactiviteiten. Daarom dat wij nu een aantal concrete gevallen als het ware door de procedures en protocollen heen gaan halen. Om te bekijken hoe we het proces zo gebruiksvriendelijk kunnen inrichten om de bewoners zoveel als mogelijk te kunnen ontzorgen in hun zoektocht naar wel of geen geval van mijnschade”

Eerlijk en uitlegbaar

De uitkomsten worden vervolgens voorgelegd aan bestuurders van betrokken overheden. Dat kan ertoe leiden dat zaken nog worden aangepast. Patrick van der Broeck: “Nogmaals, voor de burger is dit allemaal wat ver van het bed. Maar iedereen zal begrijpen dat de uitkomsten van deze zorgvuldige werkwijze wel van belang zijn voor hoe die burger uiteindelijk goed geholpen kan worden. We willen graag dat de mensen in de regio straks zeggen: zo is het eerlijk en uitlegbaar.”
En als de commissie mijnbouwschade oordeelt dat er sprak is van mijnschade, dan zal I3ML ervoor zorg moeten dragen dat de schade wordt vergoed of hersteld. Dat moet ook goed georganiseerd worden. Dus nog werk zat te doen!

Hard doorwerken

Lilianne Ploumen en Patrick van der Broeck begrijpen heel goed dat gedupeerden vaak al lang wachten op compensatie of hulp. Lilianne Ploumen: “We weten dat het geduld van de mensen in de regio op de proef is gesteld. Voor ons zijn dat de drijfveren om nu hard door te werken en in december onze opdracht af te ronden en concrete voorstellen op tafel te leggen. Tegelijkertijd willen we niks beloven wat we niet waar kunnen maken. Voor ons staat voorop dat mensen met mijnschade aan hun woning goed moeten worden geholpen.”
Bron: Provincie Limburg
(Red. Sittard-Geleen.nieuws.nl - Foto boven dit bericht: een voorbeeld van mijnschade in Geleen. Deze was vaak zo ernstig dat panden moesten worden afgebroken. Foto afkomstig van RegioArchief Sittard-Geleen. Datum niet bekend, vermoedelijk jaren 50/60 vorige eeuw. Mijnbouwschade komt nog steeds voor. Deze 'na-ijlende' schade is het gevolg van verzakkingen in pijlers en mijngangen en nabij oude schachten. Maar ook bodemstijgingen en stijging van het mijnwaterpeil kunnen schade veroorzaken. » Meer informatie)