De contractlonen stijgen dit jaar gemiddeld met 1,21 procent. Dat blijkt uit een analyse van werkgeversorganisatie AWVN van 26 reeds afgesloten cao’s, die heel het jaar van kracht blijven.
Begin vorig jaar werd er nog verwacht dat de lonen met 3 procent zouden stijgen, ruim boven de inflatie.
Door de coronacrisis viel die stijging veel lager uit. Volgens voorlopige cijfers van AWVN, een belangrijke adviseur van werkgevers op het gebied van arbeidsvoorwaarden, stegen de cao-lonen over heel 2020 met 2,4 procent. De gemiddelde plus in december kwam nog maar op 1,5 procent uit.
In grotere cao’s met veel werknemers stijgen de lonen minder dan in kleinere. Acht van de 26 cao’s zitten op de nullijn. AWVN ziet verder een tweedeling: bij bedrijven waar het slecht gaat, blijft de
loonstijging laag of uit, maar bedrijven waar het wel goed gaat, komt de loonstijging boven de inflatie uit. Aan de stijging van de cao-lonen is ook af te lezen dat het in de industrie beter gaat dan in de dienstensector.
In het geval van geen of een beperkte loonstijging blijven werkgevers investeren in de medewerkers, maar dan op een andere manier. Bijvoorbeeld in de vorm van een hoger persoonlijk budget, tijdelijk meer vrije dagen, een vorm van baangarantie of een eenmalige uitkering, aldus AWVN.