Sinds het
beekdal tussen
Middenweg/N276 en Molenweg is heringericht trekt het gebied steeds meer wandelaars.
Langs de beek is een fiets- en wandelpad aangelegd dat aansluit op het provinciale fietspad langs de
N276. Het gevolg daarvan is dat steeds vaker wandelaars de N276 oversteken om aan de overkant hun route langs de beek te kunnen vervolgen.
De oversteekplaats, die in het verleden is aangelegd voor landbouwverkeer, is voor wandelaars echter een gevaarlijke plek om over te steken omdat deze dicht bij een flauwe bocht in de N276 ligt, waardoor zowel wandelaars als automobilisten geen goed zicht op elkaar hebben. De N276 is een provinciale weg waar een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur geldt.
Vanwege de kans op ongelukken heeft de gemeenteraadsfractie GroenLinks-PvdA hierover vragen gesteld aan het college van B&W van Sittard-Geleen. In Provinciale Staten stelde de PvdA hierover vragen aan het college van Gedeputeerde Staten.
Uit de antwoorden op de vragen blijkt dat de gemeente Sittard-Geleen wegwijzers gaat plaatsen om de wandelaars een veilige oversteekroute te bieden. Dat betekent voor de wandelaars wel een omweg van enkele honderden meters tegenover een onveilige oversteek over circa 10 meter. De vraag is dan ook of enkel wegwijzers tot het gewenste gedrag zullen leiden.
Daarom laat de Provincie Limburg ter plekke geleiderail plaatsen langs de N276 en wordt de landbouwoversteekplaats na overleg met eventuele gebruikers (waterschap/landbouwverkeer) opgeheven.
De provincie vindt het aanleggen van een oversteekplaats met verkeerslichten op de oversteekplek te duur en niet wenselijk vanwege de onoverzichtelijke situatie. De aanleg van een onderdoorgang of voetgangersbrug komt nog los van de kosten niet in beeld omdat dicht bij de oversteekplaats al een tunnel (richting Windraak bij de Leeuwerik) en een voetgangers-/fietsersbrug (richting Zuyderland, ter hoogte van de Poolsterstraat) zijn gelegen.