Het aantal gevallen van tuberculose (tbc) in Nederland neemt toe nu de
coronapandemie achter de rug is en de maatregelen tegen dat virus niet meer gelden.
Vorig jaar is tbc bij 710 mensen vastgesteld. Een jaar eerder, in 2022, waren er 634 diagnoses. Het jaar ervoor kwamen 673 besmettingen aan het licht en in 2020 ging het om 621 gevallen.
Volgens het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) kan tuberculose zich makkelijker verspreiden na de pandemie. Het aantal diagnoses steeg ook doordat er meer mensen naar Nederland kwamen vanuit landen met veel tbc-gevallen. Zij worden verplicht getest wanneer ze in Nederland aankomen. De meeste mensen die positief testten op tbc kwamen uit Eritrea, Somalië en Marokko.
Het aantal gevallen ligt nog wel iets lager dan in de jaren voor de pandemie. In 2019 waren er 754 gevallen, in 2018 795 en in 2017 783.
Tbc wordt veroorzaakt door een bacterie. Mensen die dit oplopen, kunnen moeite krijgen met ademhalen. Ook kunnen ze last krijgen van koorts, gewichtsverlies, verlies van eetlust en nachtelijk zweten. Een infectie is goed te behandelen met medicijnen, maar zonder behandeling kan de ziekte ernstige infecties veroorzaken en zelfs dodelijk zijn.
De besmettelijkste vorm, open tuberculose, kwam vorig jaar 213 keer voor.
Komende zondag is het Wereldtuberculosedag. Volgens KNCV Tuberculosefonds sterven wereldwijd nog altijd elke dag ruim 3500 mensen aan tbc, onder wie ongeveer 640 kinderen. Het fonds komt met een spreekbeurtpakket over de ziekte om mensen hier bewuster van te maken. Het is zowel geschikt voor kinderen die een spreekbeurt willen houden als voor leerkrachten die meer willen vertellen over “een ziekte die nog altijd voor vele slachtoffers zorgt, maar in Nederland vooral nog als scheldwoord wordt gebruikt”. In de volksmond wordt tuberculose ook wel ’tering’ genoemd.