Als organisator van een Geleens popfestival, dat ruimte biedt aan aanstormend jong muziektalent, wil je toch ook graag aandacht schenken aan M2015, het Jaar van de Mijnen. Geleen was per slot van rekening de zetel van de modernste en grootste steenkoolmijn in Europa, Staatsmijn Maurits.
Dertig jaar na de aankondiging van de sluiting van de Limburgse kolenmijnen vond in Geleen de eerste editie van
Mama's Pride plaats, het gratis popfestival dat in het weekend van Moederdag wordt gehouden. De mannen van Carboon hadden bijna twintig jaar daarvoor al met hun fraaie in Limburgs dialect gezongen ballades over het Limburgse mijnverleden het lief en leed van de voormalige koempels bezongen.
Zaterdagavond, 50 jaar na de aankondiging van de mijnsluitingen ging de 21e editie van Mama's Pride van start metMijn Carboon. In dit project vroeg Mama’s Pride de nieuwe Limburgse generatie popmuzikanten zich te verdiepen in een stuk Limburgs erfgoed en met het geluid van nu een eigen versie van een lied van Carboon te maken.
Een generatie die grotendeels nog niet geboren was toen het fameuze album ‘Witste nog, Koempel’ (1976) uitkwam. De eerste plaat in streektaal die in Nederland een gouden status behaalde kennen ze misschien alleen uit de platenkast van pa en ma of zelfs opa en oma.
Jick Munro & the Amazing Laserbeams (winnaar Nu Of Nooit 2015), Peter Beeker & Ongenode Gaste, Southern Sunrise, CUDA en de solisten Joep Pelt, Sem Dylan, Rim Stijvers (zoon van…) en Francis (zangeres Nbraska) een eigentijdse cover ten gehore brengen op de kiosk in het Burgemeester Damenpark.
De Band van Van der Lende bracht volgens Carboon-lid
Ben Erkens de beste versie tijdens de Podiumvrees Finale in Volt en speelt deze óók. Het Sittardse poppodium Volt vaardigde haar eigen VOLT Fanfare af voor
Mijn Carboon, een project waarin toen en nu samenkomen op de grond boven de gangen van de voormalige Staatsmijn Maurits in Geleen.
Henk Steijvers en Ben Erkens, de twee bekendste gezichten van Carboon, keken toe en luisterden vol aandacht.