Op 2 januari verschijnt een lijst met namen van mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie met de Duitse bezetter en die inmiddels zijn overleden.
De verdachten op de lijst komen allemaal voor in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR), dat vanaf dan eigenlijk volledig openbaar zou worden en deels digitaal doorzoekbaar.
Donderdag werd bekend dat hieraan voorwaarden worden verbonden. Wel wordt het vanaf januari gemakkelijker om online te zoeken of de naam van een verdachte in het oorlogsarchief voorkomt, laat een woordvoerster van het Nationaal Archief weten.
Over het CABR is de afgelopen tijd veel te doen. Het zou vanaf januari mogelijk worden om online te grasduinen in het archief, dat de dossiers bevat van 425.000 verdachten van collaboratie. Na een waarschuwing van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over privacyrisico's stelde minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) die geplande digitale toegankelijkheid aanvankelijk helemaal uit. Maar donderdag maakte de minister bekend dat met name nabestaanden en onderzoekers het gedigitaliseerde archief volgend jaar toch mogen raadplegen, zij het alleen vanuit de studiezaal van het Nationaal Archief. Om dit wettelijk mogelijk te maken, heeft hij de beperkte openbaarheid van het CABR verlengd. Dat betekent dat ook het papieren oorlogsarchief niet volledig openbaar wordt in januari.
"Inzage in het archief blijft dus aan beperkende voorwaarden gebonden", legt de woordvoerster uit. "Dus je mag niets fotograferen, reproduceren of verder verspreiden." In januari wordt wel de namenlijst van overleden verdachten gepubliceerd die in het CABR voorkomen. Het beschikbaar stellen van namen is niet uitzonderlijk bij beperkt openbare archieven. "De lijst komt in dit geval beschikbaar op oorlogvoorderechter.nl", zegt de woordvoerster. "Vervolgens kunnen mensen aan de hand van de naam van een overledene via een reserveringsmodule een afspraak maken bij het Nationaal Archief om iets uit het papieren archief te komen inzien." Tot nu toe konden mensen dat alleen doen als ze zelf een bewijs van het overlijden van een verdachte uit het archief konden laten zien.
Hoe de beperkte digitale toegankelijkheid van het CABR er vanaf januari precies uit gaat zien, wordt volgens de woordvoerster nog uitgezocht. "Daarover wordt in het eerste kwartaal van volgend jaar meer duidelijk", verwacht ze.