De politie wil zo professioneel mogelijk werken: zorgvuldig, onpartijdig, betrouwbaar en behoorlijk. Dat lukt niet altijd.
Burgers hebben daarom de mogelijkheid een klacht in te dienen over gedragingen van politiemedewerkers. De wijze waarop deze klachten moeten worden behandeld, is vastgelegd in een Uitvoeringsregeling klachten. Deze regeling is herzien en de nieuwe versie treedt in werking op 1 januari 2025.
In de Uitvoeringsregeling wordt het klachtproces beschreven. Hoe behandelen we de klacht? Wat is de positie van de klager, de betrokken medewerker en diens leidinggevende? Wat is de taak van de klachtbehandelaar, klachtencoördinator, klachtencommissie, burgemeester en hoofdofficier, politiechef en het sectorhoofd? Welke stappen moet de klachtbehandelaar zetten om de doelen van klachtbehandeling te bereiken: het herstel van het vertrouwen van de burger, het leren van klachten en het verbeteren van het draagvlak voor de politie. Deze Uitvoeringsregeling bevordert een landelijk uniforme klachtbehandeling.
Bij het ontstaan van de nationale politie in 2013 heeft de korpschef één landelijke Uitvoeringsregeling klachtbehandeling politie vastgesteld. Ruim tien jaar na de invoering was de behoefte om de Uitvoeringsregeling te herzien groot. Deels had dat te maken met een gewenste verduidelijking op onderdelen die in de praktijk verschillend toegepast werden, deels met (maatschappelijke) ontwikkelingen die een nadere uitwerking vereisten, zoals burgers met onbegrepen gedrag en waarborgen voor de privacy van medewerkers. Daarnaast was er onvoldoende landelijke uniformiteit in de feitelijke klachtbehandeling. Daar vroeg ook de Inspectie van Justitie en Veiligheid aandacht voor. Voor die uniformiteit is een gedegen en door iedereen gedragen Uitvoeringsregeling essentieel.
Ten opzichte van de Uitvoeringsregeling 2018 zijn enkele wijzigingen aangebracht, zoals:
In de nieuwe uitvoeringsregeling is onder meer expliciet vermeld dat: