De olieprijzen zijn dinsdag gestegen naar het hoogste niveau in tien maanden door signalen van toenemende krapte op de wereldwijde oliemarkt.
Dat komt door productiebeperkingen door oliekartel OPEC+. De adviesprijs voor een liter benzine aan de Nederlandse pomp kruipt inmiddels richting de 2,27 euro, aldus consumentencollectief UnitedConsumers.
De prijs van een vat Brentolie klom dinsdagmiddag met 1,9 procent tot ruim 92 dollar en Amerikaanse WTI-olie werd 2,2 procent duurder op meer dan 89 dollar per vat (van 159 liter). Dat zijn de hoogste niveaus sinds november vorig jaar. Sinds eind juni zijn de olieprijzen met ongeveer een kwart gestegen als gevolg van de productiebeperkingen door met name Saudi-Arabië en Rusland. Zij hebben onlangs gemeld dat die beperkingen tot eind dit jaar worden doorgezet.
De OPEC maakte eerder op de dag bekend dat er in het vierde kwartaal van dit jaar een tekort op de oliemarkt van meer dan 3 miljoen vaten per dag kan ontstaan. Dat zou het grootste tekort in meer dan tien jaar kunnen zijn. De vraag naar olie is sterk, maar door de productiebeperkingen wordt het aanbod beperkt, wat dus een prijsopdrijvend effect heeft. Volgens de OPEC zal de olievraag dit jaar het niveau van voor de coronapandemie passeren, mede aangejaagd door de grote brandstofvraag in de luchtvaartsector.
Volgens UnitedConsumers staat de adviesprijs voor een liter Euro95 nu op 2,267 euro. Dat was 2,260 euro op maandag en 2,214 euro op 1 augustus. De adviesprijs voor een liter diesel bedraagt nu 2,040 euro, tegen 2,025 euro een dag eerder. Deze prijzen worden doorgaans alleen langs snelwegen gerekend, want pomphouders kunnen afwijken van de adviesprijzen van de grote oliemaatschappijen. Elders liggen ze meestal lager.