Een heel klein gebiedje in de hersenen kan helpen om de ziekte van
Alzheimer al in een heel vroeg stadium aan te tonen, ontdekten onderzoekers van de
Universiteit Maastricht.
Deze minuscule zogeheten blauwe kern zit diep in de hersenstam verstopt en is enkel in beeld te brengen met geavanceerde MRI-apparatuur. Volgens onderzoekster Heidi Jacobs begint een bepaald schadelijk eiwit zich juist op die plek te verspreiden. Dat gebeurt soms al 30 jaar voordat de eerste symptomen van alzheimer zichtbaar zijn.
Wetenschappers vermoeden al enige tijd dat dit eiwit, genaamd tau, een bepalende rol speelt in het ontstaan van de hersenziekte. Tau vormt schadelijke eiwitkluwens in de hersencellen van mensen met alzheimer. De studie van Jacobs toont nu voor het eerst aan dat dit samenhangt met veranderingen in de blauwe kern van het brein. “Wij zijn er voor het eerst in geslaagd om deze kern te onderzoeken met nieuwe, ultrasterke MRI-scanners”, aldus de onderzoekster.
In Nederland leven op dit moment bijna 300.000 mensen met dementie. Naar verwachting stijgt dit aantal de komende jaren explosief tot meer dan een half miljoen rond 2040. Een medicijn dat dementie geneest is er nog niet. “Maar als een verhoogd risico op het ontwikkelen van alzheimer al in een heel vroeg stadium wordt aangetoond, zou een gezondere leefstijl de kans op dementie weer kunnen verkleinen”, zegt Jacobs.
Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Science Translational Medicine.