Een ADR-onderzoek naar de omgang met vertrouwelijke
informatie bij de
politie toont aan dat de beveiliging van die informatie onvoldoende op orde is.
Het korps is te kwetsbaar voor kwaadwillenden die op zoek zijn naar politie-informatie. Naar aanleiding van het rapport heeft de politie direct maatregelen genomen.
De Auditdienst Rijk (ADR) deed de afgelopen maanden onderzoek naar de omgang met vertrouwelijke informatie bij zowel de politie als bij de Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV). Aanleiding is het strafrechtelijk onderzoek tegen een man die op 23 oktober vorig jaar werd aangehouden op verdenking van het lekken van staatsgeheimen. De verdachte werkte bij de NCTV. Daarnaast verrichtte hij ruim 20 jaar lang op inhuurbasis werkzaamheden voor de politie, onder meer als vertaler.
Toezicht
Henk Geveke, binnen de korpsleiding verantwoordelijk voor informatiebeveiliging, noemt het ADR-rapport een wake up-call. "Het maakt duidelijk dat we als politie stappen te zetten hebben. Er is weliswaar beleid ten aanzien van informatiebeveiliging, maar het schort aan toezicht op dat beleid. Ook worden interne aanbevelingen niet opgevolgd."
Kwetsbaar
Over de mate waarin het beleid rond informatiebeveiliging daadwerkelijk wordt uitgevoerd, deed de ADR onderzoek bij het zogenoemde CTER-cluster, een onderdeel van de politie dat zich bezighoudt met de bestrijding van terrorisme. Geveke: "Uit dat deel van het onderzoek blijkt dat de regels rond informatiebeveiliging in de praktijk niet goed zijn nageleefd. Zo werd gebruik gemaakt van onveilige communicatiemiddelen en gegevensdragers. Daarmee hebben we, precies zoals de ADR stelt, onze eigen kwetsbaarheid georganiseerd."
Onachtzaamheid
Volgens Henk Geveke is de druk in het politiewerk soms erg hoog. "Politiemensen zijn van nature resultaatgericht. En zeker bij het onderzochte organisatieonderdeel moesten mensen vaak onder hoge tijdsdruk acute maatschappelijke dreigingen het hoofd bieden. Ik heb begrip voor die druk en waardering voor de focus op resultaten. Maar dit mag nooit leiden tot onachtzaamheid."
Maatregelen
De politie heeft na de aanhouding van de tolk direct maatregelen genomen. Zo zijn veiligheidsrisico’s voor medewerkers en lopende onderzoeken in kaart gebracht en is waar nodig actie ondernomen. Ook is een hoger screeningsniveau voor tolken ingevoerd. Momenteel worden alle tolken op dit niveau gescreend.
Bewustzijnstraining
De komende tijd worden aanvullende maatregelen genomen. Geveke: "Vanaf volgend jaar voeren we het zogenoemde systeem van protective monitoring in, waarmee gebruikershandelingen van politiemensen automatisch worden geanalyseerd om onjuist gebruik van systemen te detecteren. Ook komt er een verplichte bewustzijnstraining voor politiemensen die werken met vertrouwelijke informatie."
Door de maatregelen die de politie heeft genomen, is een deel van aanbevelingen van de ADR al opgevolgd. Met de resterende aanbevelingen gaat de politie aan de slag. Het korps brengt over 12 maanden verslag uit aan de ADR over de voortgang.