Wegenbelasting levert de Nederlandse provincies volgend jaar naar verwachting tientallen miljoenen euro's meer op dan dit jaar.
De opbrengsten stijgen vooral doordat er meer voertuigen op de wegen rijden, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
De provincies verwachten in 2018 ongeveer 1,6 miljard euro aan wegenbelasting, oftewel motorrijtuigenbelasting, te innen. Dat is 38 miljoen euro meer dan de verwachting was voor 2017.
De stijging is het grootst in Flevoland. De
provincie begroot voor 2018 ruim 70 miljoen euro aan inkomsten uit deze belasting, aldus het CBS. Dit is bijna een derde meer dan voor dit jaar. Dit heeft te maken met een forse toename in het aantal in Flevoland geregistreerde leaseauto's. Een grote leasemaatschappij die eerst in Noord-Brabant zat heeft haar activiteiten naar Nederlands jongste provincie verplaatst.
In de meeste provincies zijn de zogeheten opcententarieven voor de motorrijtuigenbelasting de afgelopen jaren min of meer gelijk gebleven of er werd een inflatiecorrectie toegepast. Uitzonderingen hierop zijn Friesland, Zuid-Holland en Zeeland. Vooral Friesland week af. Die verlaagde het tarief in 2016 met meer dan een kwart. De provincie wilde daarmee de provinciale economie stimuleren.