Raadsfractie CDA stelt vragen over de onkruidbestrijding in de gemeente

Het aantal klachten over het groendonderhoud binnen de gemeentegrenzen groeit net zo hard als het onkruid.

De onkruidbestrijding schiet tekort. Dat komt onder meer omdat onkruidbestrijdingsmiddelen - zelfs biologisch afbreekbare - niet meer mogen worden gebruikt. Onkruid mag nog slechts worden bestreden door het los te schoffelen, weg te borstelen of weg te branden. Deze manieren van bestrijding hebben geen langdurig effect en dat betekent dat je vaker dan vroeger zult moeten bestrijden.

Verder is er een politieke keuze gemaakt om te bezuinigen op het onderhoudsniveau van de openbare ruimte: het aantal bestrijdingsrondes is gehalveerd. Daardoor is er minder inzet van medewerkers en materieel van RWM.

Naar aanleiding van (het tekortschieten van) de onkruidbestrijding stelt de gemeenteraadsfractie van het CDA bij monde van de raadsleden Peter Henssen en Noël Lebens schriftelijk een aantal vragen aan het College van B&W.

De fractie wil graag weten hoeveel bestrijdingsrondes er jaarlijks worden uitgevoerd en hoeveel dat er vóór de bezuinigingen waren, welk soort gas en hoeveel m3 gas er wordt gebruikt bij het wegbranden van onkruid en hoeveel CO2 daarbij op jaarbasis wordt uitgestoten.

De fractie vraagt zich af of de omzet die RWM door de gemeentelijke bezuinigingen derft niet alsnog door de deelnemende gemeenten gedekt moet worden. Daarnaast wil de fractie weten hoe groot de besparing op de exploitatiekosten is. Per saldo wil men weten of er een structureel financieel voordeel wordt behaald door het verlagen van het aantal bestrijdingsrondes en hoe groot dat is.