Een snelle oplossing voor de wooncrisis in Nederland bestaat niet en daarom moet het deze week aangetreden kabinet scherpe keuzes maken om de woningbouw uit het slop te trekken.
Dat stellen woningmarkteconomen van de
Rabobank in een donderdag verschenen rapport. Een langetermijnvisie voor de woningmarkt is daarbij met name belangrijk.
Het vorige kabinet heeft geprobeerd de bouw van nieuwe huizen aan te jagen, maar dat is tot op heden onvoldoende gelukt. Econoom Stefan de Groot ziet een “veelkoppig monster” als oorzaak: hij signaleert vier kernproblemen bij het bouwen van nieuwbouwwoningen. Daaronder vallen schaarse bouwgrond, langslepende processen en “een grillig karakter van de bouw, met terugkomende ups en downs”. Ook zijn veel projecten financieel gezien moeilijk rond te krijgen.
Bij het bepalen van een langetermijnvisie spelen verder verschillende dilemma’s een rol. “Houdt Nederland vast aan een stapeling van hoge kwaliteitseisen én een hoog aandeel betaalbare bouw? Dan zijn aanzienlijk hogere Rijksbijdragen nodig om ook voldoende nieuwbouwwoningen te realiseren”, zo stelt De Groot als voorbeeld.
De politiek moet volgens de Rabobank-economen daarom scherpe keuzes maken, te beginnen met het creëren van een grotere voorraad bouwgrond. Om die aan te wijzen is regie vanuit de Rijksoverheid onmisbaar. Gemeenten die zelf willen en kunnen bouwen moeten tegelijkertijd de vrijheid krijgen om zelf te bepalen hoeveel huizen zij willen bouwen en waar deze komen.
Daarbij moeten gemeenten worden beschermd tegen grote financiële risico’s, bijvoorbeeld met een garantiefonds. Samen met financiële ondersteuning vanuit het Rijk kunnen gemeenten net als vroeger daardoor meer ruimte krijgen. “Extra Rijksmiddelen kunnen gemeenten helpen om mee te werken aan grootschalige woningbouw op hun grondgebied. Dit was zeer succesvol in de Vinex-periode”, legt De Groot uit, verwijzend naar de wijken die rond de eeuwwisseling werden gebouwd.
De economen geven nog meer opties aan het kabinet, zoals het afbouwen van belastingvoordelen voor woningeigenaren. Structurele hervormingen als deze blijven volgens hen op termijn nodig voor een stabiele woningmarkt. “Wij denken dat de voorgestelde maatregelen zeer kansrijk zijn”, zegt De Groot, al is het volgens hem een “illusie” dat deze op korte termijn gerealiseerd zullen worden. “Toch is het belangrijk om woonbeleid juist op de lange termijn te richten, over coalitietermijnen heen, en daarbij een vaste koers te blijven varen.”