Record: 90.000 tuinvogeltellers zagen 1,5 miljoen vogels

Meer mensen dan ooit hebben dit weekend meegedaan aan de Nationale Tuinvogeltelling. 90.000 mensen telden gedurende een half uur de vogels die neerstreken in hun tuin of op hun balkon.

De tellers registreerden ruim anderhalf miljoen vogels.

Het aantal vogeltellers is sinds zondagavond nog flink opgelopen, omdat deelnemers tot maandag 12:00 uur hun gegevens konden doorgeven, zegt een woordvoerster van de Vogelbescherming. Zondagavond werd het record van 2019 (74.000 tellers) al met 1000 mensen verbeterd, maandag gaven nog eens 15.000 mensen hun bevindingen door.

De tellers zagen dit jaar vooral meer pimpelmezen. Het vogeltje met een blauw ‘petje’, een gele borst en blauwachtige vleugels, vloog van plek vijf de top drie binnen. Op één en twee staan nog steeds de huismus en de koolmees. Dat geldt ook voor onze provincie. In Limburg zagen de tellers een kleine 17.000 keer de huismus. Goede tweede was de koolmees die bijna 14.000 keer werd geturfd. De pimpelmees bezet de derde plek en werd zo'n 9.500 keer waargenomen.

Een andere stijger is de kauw, van plek zes naar vier. De merel op vijf, gevolgd door de vink op zes, werden minder vaak gezien dan vorig jaar. De vinken zakten terug van de derde plaats, waarschijnlijk omdat ze vorig jaar door de sneeuw naar de tuinen werden gedreven, maar nu vaker voor het bos lijken te kiezen.