Van de ondernemers in het niet-financiële bedrijfsleven verwacht per saldo 21 procent in het tweede kwartaal meer
personeel in dienst te hebben dan in het eerste kwartaal.
Sinds de start van de waarneming in 2008, waren er niet eerder zoveel bedrijven positief over de toekomstige werkgelegenheid. Bij 20 procent van de bedrijven worden de bedrijfsactiviteiten belemmerd door een tekort aan arbeidskrachten. Het ondernemersvertrouwen kwam aan het begin van het tweede kwartaal uit op 14,2. Dat melden
CBS, de
Kamer van Koophandel, EIB, MKB-Nederland en
VNO-NCW op grond van de Conjunctuurenquête Nederland (COEN).
Voor het tweede kwartaal verwacht 25,8 procent van de bedrijven meer personeel aan te trekken. Bij 5,0 procent daarentegen voorziet men een krimp van het personeelsbestand. Per saldo verwacht dus 20,8 procent van de ondernemers meer personeel in dienst te hebben dan in het eerste kwartaal. Sinds de start van de waarneming in 2008, waren er niet eerder zoveel bedrijven positief gestemd over de ontwikkeling van de werkgelegenheid.
In de bouw verwachten de meeste bedrijven meer personeel aan te trekken. Voor het tweede kwartaal voorziet per saldo 31,9 procent van de ondernemers in de bouw een groter personeelsbestand.
Belemmeringen door personeelstekort verder toegenomen
Bedrijven hebben meer personeel nodig. Bij 20 procent van de ondernemers wordt het uitoefenen van de bedrijfsactiviteiten momenteel belemmerd door een tekort aan arbeidskrachten. Sinds de start van de waarneming in 2008 werden er niet eerder zoveel bedrijven gehinderd door personeelstekort.
Grootste personeelstekort in zakelijke dienstverlening
Onder zakelijke dienstverleners is het tekort aan arbeidskrachten het grootst: 31,9 procent van de ondernemers wordt erdoor belemmerd. Ook in de sectoren informatie en communicatie, vervoer en opslag alsmede de autohandel en -reparatie is het tekort bovengemiddeld.
Bedrijven in de delfstoffenwinning worden het minst gehinderd door een tekort aan arbeidskrachten (8,8 procent).
Ondernemersvertrouwen lager
Het ondernemersvertrouwen is aan het begin van het tweede kwartaal uitgekomen op 14,2. Daarmee ligt de stemmingsindicator voor ondernemend Nederland bijna vier punten lager dan een kwartaal eerder. Vorig kwartaal bereikte het ondernemersvertrouwen de hoogste waarde gemeten sinds de start van de waarneming in 2008. Nog steeds ligt het vertrouwen in de meeste branches op een hoog niveau. In de detailhandel verslechterde de indicator echter van 14,8 in het eerste kwartaal naar 2,4 in het tweede kwartaal door minder positieve signalen over zowel de gerealiseerde als verwachte omzet. Alleen in delfstoffenwinning komt het ondernemersvertrouwen na een daling negatief uit op -13,9.
Gezamenlijk persbericht van: CBS, Economisch Instituut voor de Bouw, Kamer van Koophandel, MKB Nederland en VNO-NCW