Een statiegeldsysteem voor
blikjes hoeft nog niet op 1 januari in werking te treden, zoals staatssecretaris Vivianne Heijnen van Milieu wilde.
In plaats daarvan moet het systeem op 1 april in werking treden, heeft de Raad van State bepaald. De hoogste bestuursrechter heeft dat besloten omdat er niet voldoende machines zullen zijn voor een werkend systeem. Handmatige inname door supermarkten zou tot grote praktische problemen leiden.
De Raad van State meent daarom dat het beter is om de invoering enkele maanden uit te stellen. De voorzieningenrechter vindt dat het algemeen belang daar beter mee gediend is dan met een gefaseerde invoering. Alle partijen waren het eens dat een soepele invoering van het systeem belangrijk is.
De zaak was aangespannen door producenten en importeurs van dranken in blik en supermarkten, verenigd in Stichting Afvalfonds Verpakkingen. Zij wilden een reeks preventieve dwangsommen van tafel. Die zouden vanaf 1 januari opgelegd kunnen worden als er nog geen
statiegeld op blikjes werd geïnd en terugbetaald.
Omdat dit om praktische redenen niet mogelijk blijkt, heeft de voorzieningenrechter van de Raad van State besloten de dwangsommen drie maanden op te schorten. Pas vanaf 1 april mag Heijnen dus invoering van het systeem afdwingen.
Donderdag zei Heijnen nog dat het statiegeldsysteem voor blikjes “gewoon op 31 december” zou ingaan. De staatssecretaris meende dat producenten lang genoeg de tijd hebben gehad om zich voor te bereiden op de nieuwe wet.