Universiteiten vragen “extra instrumenten” om het aantal buitenlandse
studenten binnen de perken te houden.
Hoewel ze internationaal talent “essentieel” noemen, zegt voorzitter Pieter Duisenberg van Universiteiten van Nederland (UNL) dat de groei van het aantal aanmeldingen bij sommige opleidingen te groot is “om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden en de werkdruk beheersbaar te maken”.
Uit maandag verschenen cijfers blijkt dat het totale aantal studenten aan Nederlandse universiteiten en hogescholen tot een nieuw record is gestegen. Aan de universiteiten staan nu 340.346 studenten ingeschreven, 4 procent meer dan vorig jaar. Op hogescholen groeide het aantal ingeschreven studenten enigszins, 0,4 procent tot 492.518. De instroom van nieuwe studenten is wel lager dan in collegejaar 2020-2021, toen mede door de coronacrisis uitzonderlijk veel mensen begonnen aan een studie.
UNL ziet er niet alleen voordelen in dat de opleidingen zo in trek zijn. “De rijksbijdrage per student daalt al decennia en de werkdruk onder medewerkers blijft stijgen”, klinkt het. Het aantal buitenlandse studenten nam toe tot bijna 80.000, ruim 14 procent meer dan een jaar eerder.
De universiteiten zouden graag de mogelijkheid krijgen om voor bepaalde opleidingen een specifiek numerus fixus in te voeren voor het Engelstalige traject. Of om per opleiding een maximum in te voeren voor het aantal studenten van buiten de Europese Economische Ruimte. Daarbinnen vallen alle EU-landen, Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. Ook een ‘noodfixus’, een soort noodrem voor als het aantal aanmeldingen te snel stijgt, zou volgens UNL handig zijn.