Sinds 16 maart 2020 heeft het Openbaar Ministerie 337 misdrijfzaken in relatie tot Covid-19 in behandeling genomen (peildatum 13 september).
Het gaat dan bijvoorbeeld over mensen die hoesten of spugen richting agenten en andere mensen met een publieke taak, waarbij ze beweren besmet te zijn met het coronavirus. Daarnaast om geweld tegen handhavers. Naast de misdrijven zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen. Hiervoor zijn sinds 16 maart circa 17.200 strafbeschikkingen uitgevaardigd, voornamelijk vanwege onvoldoende afstand houden. Sinds 1 juni zijn dat er 1641 voor het overtreden van de mondkapjesplicht in het OV.
Misdrijfzaken
Vanaf het begin van de coronacrisis zijn er bij het OM 337 coronagerelateerde misdrijfzaken binnengekomen. Bij de meeste misdrijfzaken (102 gevallen) zijn politieagenten slachtoffer. In 65 gevallen gaat het om andere beroepsbeoefenaren, zoals bijvoorbeeld BOA's of medewerkers van een ziekenhuis. Ook openbaar vervoerpersoneel is slachtoffer geworden van coronagerelateerde misdrijven: het OM heeft 11 van dit soort zaken in behandeling genomen. Het gaat van de 337 genoemde misdrijfzaken in de meeste gevallen om bedreiging (186 gevallen). In sommige gevallen gaat het ook om geweld (47 gevallen).
Voorbeelden van andere coronagerelateerde misdrijfzaken zijn geweld tegen ziekenhuispersoneel (3) en winkelpersoneel (24). Het gaat dan bijvoorbeeld om verdachten van winkeldiefstal die winkelpersoneel of agenten in het gezicht spugen of hoesten.
In 253 misdrijfzaken is de verdachte gedagvaard. Dat wil zeggen dat ze voor de (snel)rechter moe(s)ten verschijnen. 14 personen hebben een OM-strafbeschikking gekregen. Bijvoorbeeld een boete of een taakstraf. Sinds 16 maart is er drie keer verzet ingesteld tegen een strafbeschikking op grond van deze misdrijfzaken (peildatum 13 september). De officier van justitie beoordeelt de zaken en brengt de zaak vervolgens voor de rechter of vernietigt de strafbeschikking. In alle drie de gevallen moe(s)ten ze voor de rechter verschijnen. In één zaak is een transactie aangeboden. 39 zaken zijn geseponeerd, meestal omdat er niet genoeg bewijs is. In de resterende 30 zaken moet het OM nog een beslissing nemen.
Overtredingen
Naast de misdrijfzaken zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen rondom corona. Die komen bij het OM binnen in de vorm van processen-verbaal (pv's) die zijn opgemaakt door politieagenten of BOA's. Op peildatum 13 september waren dat er circa 23.300. De pv's worden door het OM beoordeeld, voordat er een strafbeschikking in de vorm van een geldboete wordt opgelegd. Op de peildatum waren circa 17.200 strafbeschikkingen uitgevaardigd vanwege overtreding van de noodverordeningen. Sinds 1 juni zijn dat er 1641 voor het overtreden van de mondkapjesplicht in het OV. Een deel van de pv's moet nog beoordeeld worden, een ander deel is teruggestuurd naar de verbalisant voor aanvulling.
Van de aanvankelijk ingestuurde processen-verbaal is gemiddeld 44 procent teruggestuurd naar de verbalisant, met het verzoek het proces-verbaal aan te vullen. Dat pv's worden teruggestuurd, betekent niet dat ze definitief worden afgekeurd. De pv's die zijn teruggestuurd naar de verbalisanten kunnen, na aanvulling, opnieuw ingestuurd worden. Er kan dan alsnog een strafbeschikking uitgevaardigd worden. Een strafbeschikking wordt alleen uitgevaardigd nadat een pv door het OM is beoordeeld, en de schuld van de verdachte aan het betreffende feit is vastgesteld.
Verzetzaken op grond van noodverordening
Sinds 16 maart 2020 is er 6872 keer verzet ingesteld tegen een strafbeschikking op grond van de noodverordening (peildatum 13 september). Deze verzetschriften worden inhoudelijk beoordeeld door het OM. De officier van justitie beoordeelt de zaken en brengt de zaak vervolgens voor de rechter of vernietigt de strafbeschikking. De eerste vier zaken die aan de rechter worden voorgelegd op grond van de noodverordening kwamen 28 september op een zitting bij de rechtbank Utrecht.
Jongeren
Bij jongeren die zich na waarschuwen niet aan de noodverordening houden, wordt waar mogelijk gekozen voor een HALT-afdoening. Als de jongere akkoord gaat met een HALT-afdoening en deze met goed resultaat afrondt, komt dit in de plaats van de geldboete van 95 euro. Dit geldt alleen voor de eerste keer dat jongeren de maatregelen overtreden. Bij de HALT-afdoening wordt nog eens heel duidelijk uitgelegd wat het nut en de noodzaak is van de noodverordening en waarom het zo belangrijk is dat de jongere zich hieraan houdt. Ook ouders worden daarbij betrokken en op hun verantwoordelijkheid gewezen. Tot op heden zijn er 875 jongeren doorverwezen naar HALT (peildatum 13 september).
Bij de tweede geconstateerde overtreding van de noodverordening, krijgt de jongere een boete van 95 euro.
Vanaf de derde overtreding door dezelfde jongere, wordt de zaak voorgelegd aan het lokale OM-parket. Daar wordt gekeken naar een OM-beslissing op maat. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat de jongere zich voor de rechter moet verantwoorden. In de tussentijd kan hij dan bijvoorbeeld een gebiedsverbod krijgen of verplicht worden zich op gezette tijden te melden.
Boetes voor meerderjarigen bedragen 390 euro. Ook voor hen geldt dat vanaf de derde overtreding het lokale parket een OM-beslissing op maat zal maken.
Bron: Openbaar Ministerie