Organisaties die zijn getroffen door een
datalek brengen hun klanten vaak veel te laat daarvan op de hoogte. De meldingen zijn ook heel vaag, meestal staat er niet wat er is gebeurd en welke gegevens zijn gelekt.
Soms maken de waarschuwende mails ook niet duidelijk dat er iets dringends is gebeurd. "Met als risico dat de ontvanger het bericht zelfs helemaal niet leest", aldus de Autoriteit Persoonsgegevens.
De privacytoezichthouder van de overheid heeft in de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar de meldingen die mensen hebben gekregen na de vijftig grootste datalekken van vorig jaar. Bij die lekken kwamen de gegevens van in totaal ongeveer 10 miljoen mensen op straat te liggen, meestal door cyberaanvallen. De waakhond meldt niet om welke datalekken het gaat.
Gemiddeld worden mensen ruim drie weken na het ontdekken van het datalek pas op de hoogte gebracht. In een anoniem gemaakte enquête van de waakhond zeggen de getroffen organisaties dat de late meldingen komen "doordat veel verschillende collega's het bericht moeten goedkeuren". Ook zeggen ze mensen pas te willen informeren als het onderzoek klaar is en alle informatie over het datalek bekend is. De Autoriteit is het daar niet mee eens, de dienst adviseert "om snel een bericht te sturen met de informatie die beschikbaar is, waarna de organisatie altijd een aanvullend bericht kan sturen".