Winkeliers willen de verspreiding van het coronavirus met preventiemaatregelen bestrijden. Ze steunen geen dwingende maatregelen die grote economische schade veroorzaken zoals een
lockdown, het werken met een coronatoegangsbewijs of het werken met minder winkeluren of speciale ouderenuurtjes.
Dit meldt de Raad Nederlandse Detailhandel (RND), een belangrijke brancheorganisatie in de retail. Op uitnodiging van het kabinet heeft de sector een plan voor een corona-aanpak in de komende periode opgesteld en ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Daarin staan maatregelen die 86.000 winkels komende winter kunnen nemen.
Volgens RND kiezen de winkeliers daarin voor preventiemaatregelen als ventileren, ruimere openingstijden en ingrepen om het drukteverloop in de winkels in de gaten te houden. Ook steunen ze “actief” de overheidscampagne om vaak handen te wassen, in de elleboog te niezen en bij klachten te testen.
“Winkels willen met preventieve maatregelen besmettingsrisico’s laag houden. Dat heeft de afgelopen twee jaar goed gewerkt, want winkels stonden nooit op GGD- of RIVM-lijsten als besmettingsbron”, verklaart de branche.
Als de besmettingen verder oplopen zou de overheid meer maatregelen kunnen adviseren of opleggen, erkent RND wel. Dan denkt de sector bijvoorbeeld aan afstand houden, het plaatsen van spat-en kuchschermen of een mondmaskerplicht. Ook schuwen winkeliers er niet voor om als dat nodig is weer een maximum aantal winkelmandjes en -wagentjes in te stellen.
Maar maatregelen met echt mogelijke impact op de omzet ziet de sector niet zitten. “Die zijn namelijk niet-proportioneel in relatie tot het aantoonbaar lage risico van besmetting in winkels”, zo klinkt het. RND geeft het kabinet ook mee dat winkeliers een wetenschappelijke onderbouwing verlangen van keuzes die het kabinet straks gaat maken.