De rechtbank in Roermond heeft handballer João Ramos in het gelijk gesteld in de rechtszaak die de oud-speler had aangespannen tegen Kembit-Lions.
De zaak draaide om de vraag of de spelersovereenkomst van Ramos aangemerkt moest worden als een arbeidsovereenkomst.
Ramos is van mening dat zijn overeenkomst beschouwd moet worden als een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, omdat hij negen jaar onafgebroken voor Lions heeft gespeeld. Toen hij in januari 2023 zeer ernstig geblesseerd raakte en naar verwachting een jaar uit de running zou zijn, bood Limburg Lions hem een andere rol dan speler aan tegen een lagere financiële vergoeding. Ramos vond dat zijn arbeidsovereenkomst daarmee onwettelijk beëindigd werd.
De club bestreed de visie van de speler omdat ieder seizoen met alle spelers overeenkomsten worden afgesloten voor een termijn van tien maanden op basis van een onkostenvergoeding. “Dat zijn geen arbeidsovereenkomsten waarin ook allerlei andere zaken, zoals vakantiegeld en verlofdagen, zijn opgenomen” zegt bestuurslid Hoiting van Limburg-Lions.
“Uiteraard zijn we teleurgesteld in de beslissing van de rechter, maar we zullen de uitspraak uiteraard respecteren,” vervolgt Hoiting. “Het bestuur zal zich beraden op de consequenties en welke vervolgstappen, mede op basis van een nadere analyse van de stukken, we moeten en kunnen nemen. Ook vinden we het heel jammer dat onze relatie met Ramos hiermee voorgoed beschadigd is,” zegt Hoiting. “João is voor ons negen jaar lang van enorme waarde geweest en zo’n grote speler verdient het om met een afscheidswedstrijd door de voordeur te vertrekken. Na alles wat er gebeurd is krijg je daar nu de handen niet meer voor op elkaar.”
