De twaalfde etappe van de Tour kreeg een dramatisch slot, toen geletruidrager Chris Froome tegen het einde van de beklimming van de
Mont Ventoux achterop een stilstaande motard botste.
De onbetwiste winnaar van deze etappe werd de Belg Thomas de Gendt, maar daarover zal minder worden gesproken dan over de chaotische ontwikkelingen die zich een kleine kilometer voor de finish afspeelden.
Het drietal Chris Froome, Richie Porte en Bauke Mollema had op jacht naar de finish een gat geslagen ten opzichte van de concurrentie in het algemeen klassement. Op ongeveer een kilometer voor de finish vielen de vooruit rijdende motards in de mensenmassa plotseling stil, waarschijnlijk ten gevolge van een gevallen toeschouwer. Daarop niet bedacht klapten Froome en Porte achter op een motard en ook Mollema kwam ten val. De laatste wist snel zijn fiets weer op te pakken.
Froome's fiets was echter niet meer bruikbaar. De Brit besloot daarop alvast rennend verder te gaan en kreeg na enige tijd een volstrekt ongeschikte fiets aangereikt, waarop hij niet uit de voeten kon. Daarop kreeg hij weer een andere fiets.
De ronduit bizarre afloop van de etappe betekende voor Froome zoveel tijdverlies dat hij zijn gele trui kwijtraakte aan zijn landgenoot Adam Yates. Froome zakte naar de zesde plek in het algemeen klassement, Bauke Mollema klom naar de tweede plaats en staat op 9 seconden achterstand van Yates.