Respecteier dien taal (19) – Jaomer…

Foto: Sittard-Geleen.nieuws.nl

De vastelaovend is weier veurbie. Veer höbben ’t maske begrave en de pekskes verzörg en opgeruump. Op Esjelegounsdig zeen veer ós ’n esjekrutske gaon haole en daonao höbbe veer ós d’n hering gebete, wie me zo zaet. De vastentied is begónne…

En zoals gebruikelijk na zulke dagen ga je weer over tot de orde van de dag. Bij het opruimen van het een en ander word je ook weer geconfronteerd met het typische taalgebruik en de ‘bijzondere’ spelling van het Sittards! Ik heb intussen ontdekt dat er in die nogal in zichzelf gesloten carnavalswereld drie stromingen te ontdekken zijn.

Zo zijn er voornamelijk ouderen die vasthouden aan het oudere taalgebruik en de spelling ervan. Ze doen dit, zo blijkt, uit respect voor de traditie. Nu, van hun oprechtheid in dezen ben ik wel overtuigd. Maar hun visie in deze kwesties schiet mijns inziens op twee kernpunten te kort. Ze zijn  van mening dat een vroegere taallaag (“’t richtige Zittesj van de aw luuj”) als de beste of in ieder geval als duidelijk beter wordt gezien dan de huidige taalsituatie.

Nu, zo’n taalsituatie heeft nooit bestaan en zal ook niet kunnen bestaan. Bovendien gaan ze er stilzwijgend van uit dat traditie een statisch gegeven is, dat dus (vrijwel) niet onderhevig is aan verandering. In de praktijk blijkt echter dat traditie een zich steeds weer ontwikkelend gegeven is dat door elke volgende generatie wordt overgenomen en ingevuld volgens de visie van die generatie. Kort samengevat: traditie is niet statisch, maar dynamisch. Een enkel voorbeeld: 50 jaar geleden werd op een andere manier carnaval gevierd dan nu. Dat hoeft niet beter of slechter te zijn, nee, het is gewoon anders.

Er is een tweede richting in de (Sittardse) carnavalswereld die ervan uitgaat dat je je eigen dialect kunt schrijven zoals je zelf denkt dat het moet. Regels met betrekking tot taaleigen en/of spelling doen niet ter zake. Uitgangspunt: de boodschap (de inhoud dus) moet begrepen worden, waarbij de vorm (de spelling en grammatica) geen rol van betekenis speelt. Van taalcultuur en respect is hier in het geheel geen sprake!

Merkwaardigerwijs is men van mening dat dat niet voor het Nederlands geldt. Een zinnetje als De trijn komp waarscheinlek om ag uur aan is, wat de betekenis betreft, zonder meer duidelijk. Daar is geen twijfel over mogelijk. Opvallend nu is dat men een dergelijke spelling niet accepteert, want dat is geen Nederlands (sic!). Men gaat er blijkbaar impliciet van uit dat je eigen taal, je dialect minderwaardig is, en dat zelfs de vraag moet worden gesteld of er wel van een taal gesproken kan worden!  Waarom, zo vraag ik me dan af, is er zo’n groot respect voor de standaardtaal (uiteraard geen bezwaar!) en reageert  men zo negatief naar de eigen taal, het Sittards, toe? Wat men blijkbaar niet beseft of niet wil beseffen, is dat dialect een taal is, hoewel geografisch beperkt. Het voldoet namelijk volledig aan de voorwaarden die aan het begrip taal gesteld worden!

Een derde richting bestaat hierin dat men zijn eigen weg gaat, d.w.z. men volgt een eigen taalvisie en past die toe op (vrijwel) alle officiële teksten en publicaties. Neem als voorbeeld de ingezonden teksten voor het programmaboekje. Het betreft  dan teksten die voldoen aan alle taal- en spellingscriteria. Je gelooft soms je ogen niet als je het uiteindelijke resultaat ziet, want je tekst blijkt zodanig ondeskundig bewerkt te zijn dat ze nauwelijks nog herkenbaar is! En dat zowel naar de inhoud als de vorm. De bewerker blijkt, zoveel moge duidelijk zijn, geen of nauwelijks enig idee te hebben van de basisklankleer en het wezen van de spelling. In feite is het een ratjetoe van ondoorzichtige keuzes en het door elkaar haspelen van verschillende spellingssystemen. Neem een ander overduidelijk voorbeeld: het Optochtreglement of een officiële bekendmaking.

Waarop is mijn kritiek dan gebaseerd? Wat het woordgebruik betreft, hierbij kan men constateren dat woorden van het type recepce/recepse en insjtallaase/insjtallaasje tot een verouderd taalgebruikgebruik gerekend worden. Ze worden ook wel gezien als een onverzorgde, wel erg volkse manier van taal. In ieder geval is het zo dat in het huidige Sittards deze vormen feitelijk helemaal verdwenen zijn.

Over de spelling is het volgende op te merken: het gebruikte spellingsysteem is volkomen verouderd. Bovendien is het gebaseerd op een onjuiste en onlogische combinatie van verschillende spellingsystemen, zodat er een onoverzichtelijke wirwar van tegenstrijdige regels ontstaan is.

Nee, er is in het Sittardse op dat punt duidelijk geen taalcultuur, geen respect voor je eigen dialect. Natuurlijk kan men op die ingeslagen weg van onkunde en kortzichtigheid doorgaan. Maar het zal uiteindelijk vergeefse moeite zijn, want wat voorbij is, is voorbij. Zich daarvoor blijven inzetten heeft iets weg van trekken aan een dood paard.

Maar is het nou echt niet mogelijk de koppen bij elkaar te steken en er samen voor te zorgen dat er een verfrissende wind over het Sittardse taallandschap gaat waaien? Ons dialect mag toch rekenen op respect en zeker op die plaats die het met recht moet innemen.

F.W. (februari 2016)

Cookieinstellingen