Week van de Teek: “Aandacht voor risico’s teek kan beter”

Foto: CC0

Het is lente, mensen trekken weer meer naar buiten. Wie er lekker en op zich gezond op uitgaat in het groen, moet altijd in het achterhoofd houden dat hij of zij kan worden gebeten door een teek.

Ook wie werkt in tuinen, plantsoenen, graslanden en bossen, moet erbij stilstaan, net als zijn of haar werkgever.

Maandag begint de Week van de teek. In totaal 26 landelijke organisaties op het gebied van preventie, publieksvoorlichting, onderzoeksinstellingen en kennisinstituten werknemersorganisaties en organisaties in de groene en agrarische sectoren bundelen hun krachten om de gezondheidsrisico’s van tekenbeten extra onder de aandacht te brengen. Want al zijn die risico’s redelijk bekend, de aandacht ervoor kan nog altijd beter.

Wie door een teek wordt gebeten moet snel actie ondernemen, omdat de kans bestaat op besmetting met de ziekte van Lyme, een ziekte die ernstige symptomen met zich mee kan brengen. Jaarlijks worden circa 1,3 miljoen mensen gebeten. Ruim één op de vijf tekenbeten wordt opgelopen binnen stedelijk gebied, stelde het het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onlangs vast. Van de circa 25.000 uiteindelijke lymepatiënten houden er jaarlijks naar schatting 1000 tot 2500 langdurige klachten aan over.

Waarschuwen voor teken alleen is niet genoeg. Daarom worden dit jaar nieuwe onderzoeken gedaan om uit te vinden hoe de risico’s en de gevolgen beter kunnen worden aangepakt. Zo doet de Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sectoren (Stigas) met onder meer de vakbond FNV onderzoek naar gevaren van en maatregelen tegen teken voor wie werkt in het groen. Volgens een woordvoerder is extra aandacht voor deze groep noodzakelijk. Deze werknemers begeven zich vanwege hun werk op plekken waar de kans om door een teek gebeten te worden groot is.

Ook komt er een breed onderzoek naar de ziekte van Lyme zelf en naar blootstelling aan het TBE-virus, dat hersen(vlies)ontsteking kan veroorzaken. Besmette teken dragen het TBE-virus over van dier naar dier en – tot nog toe een enkele keer – naar de mens. In Nederland zijn tot nu toe twee besmettingsgevallen met dit virus bekend.

Teken zijn spinachtigen die huizen in bomen, struiken, in hoog gras en dode bladeren en kunnen ook verspreid worden door dieren. De teken zuigen zich vol met bloed van hun gastheer bijten zich liefst vast in liezen, knieholtes, oksels, bilspleten, achter de oren en rond de haargrenzen. Dat zijn dan ook de plekken om na een wandeling door de natuur of een middag tuinieren extra goed te controleren.

Cookieinstellingen