De opdracht aan informateurs Ger Koopmans en Geert Gabriëls luidde “te onderzoeken op welke wijze de huidige coalitie versterkt en aangevuld zou kunnen worden”.
Na uitgebreide gesprekken met alle partijen concludeerden de informateurs dat vanuit de inhoud bruggen zijn te slaan. Vanuit de uitgangspunten is er een brede gemeenschappelijke basis gelegd voor de komende jaren. Vanuit het gevoerde proces sluiten partijen elkaar niet op voorhand principieel uit. Met andere woorden: op basis van de inhoud zou een brede coalitie mogelijk moeten zijn.
Daarmee resteert de vraag of de politiek-bestuurlijke wil er bij partijen is om te komen tot de beste coalitie die sterk en stabiel is. En aan die wil schort het bij sommige partijen.
Op grond daarvan concluderen de informateur “om misschien niet naar de letter van de opdracht, maar wat ons betreft volstrekt in de geest van de opdracht, uw Staten te adviseren om te komen tot een extraparlementair college van maximaal zeven gedeputeerden”.
Bij een extraparlementair college is niet het partij-lidmaatschap van de kandidaten doorslaggevend, maar én draagvlak, én de bestuurlijke en/of inhoudelijke expertise én geschiktheid. “Een college van bestuurders, met oog voor de samenstelling van Provinciale Staten, maar nog belangrijker, het belang voor ogen van de grote maatschappelijke uitdagingen van Limburg voor de komende jaren.”
Volgens Koopmans en Gabriëls is voor een extraparlementair college wél voldoende politiek-bestuurlijke wil aanwezig. Zij stellen dan ook voor om Ger Koopmans en Karin Straus aan te stellen als formateurs voor het vormgeven van dat college en het collegeprogramma.
Koopmans wordt voorgedragen als formateur vanwege zijn betrokkenheid bij het informatieproces tot nu toe en mevrouw Straus gezien haar ervaring op HRM-gebied in haar huidige functie én de jarenlange ervaring als Kamerlid in Den Haag in het werken aan voorstellen waarbij wisselende meerderheden voortdurend aan de orde waren.
