Afgelopen vrijdagmiddag konden belangstellenden zich ter plaatse laten bijpraten over de stand van zaken bij de vijvers van de Driepoel in Geleen.
Net als op andere plekken in de provincie hebben ook deze vijvers te kampen met de gevolgen van het neerslagtekort. Met name in de kweekvijver, waarin naar schatting een paar honderd karpers rondzwemmen, staat het water beduidend lager dan normaal. In Geleen maakten vissers en wandelaars zich zorgen over de gevolgen van de lage waterstand voor de vissen.
“Het
watertekort in de kweekvijver bedraagt naar schatting 7000 kubieke meter water”, zo laat een door de gemeente ingehuurde ecoloog weten. Om u een idee te geven hoeveel dat is drukken we dat even uit in het aantal colaflessen van anderhalve liter dat je ermee zou kunnen vullen: 4.666.667. Zo’n colafles is 28,5 centimeter hoog. Als je ze allemaal achter elkaar legt zijn ze samen goed voor een afstand van ruim 1,3 miljoen kilometer, oftewel 32 keer de aarde rond. Meer overzichtelijk: het watertekort in de kweekvijver komt neer op bijna 3 gevulde olympische zwembaden en staat daarmee gelijk aan het gemiddelde jaarlijkse waterverbruik van zo’n 43 vier-persoons huishoudens.
Vlak langs de door droogte geteisterde vijver stroomt het heldere water van de Geleenbeek. Een en een is twee, zou je kunnen denken: waarom wordt er niet water vanuit de beek de kweekvijver ingepompt? Je lost er in elk geval het watertekort mee op, maar de grote vraag is of je de vissen in de kweekvijver met dat beekwater een plezier doet. Het water in de beek ziet er helder uit en er zwemt ook vis in de beek (vooral kopvoorn). Toch is het een slecht idee, zo stelt de ecoloog. Het beekwater bevat veel ziekteverwekkers die in de kweekvijver niet voorkomen en waartegen de daarin aanwezige vissen mogelijk niet bestand zijn. Water van de beek overpompen in de vijver zou met andere woorden tot ziekte en vissterfte kunnen leiden en dat is natuurlijk niet de bedoeling.
En het waterpeil aanvullen met drinkwater? “Dat is geen duurzame oplossing”. Het waterpeil is inmiddels deels aangevuld door het oppompen van grondwater. En voor de rest wordt er gehoopt op regen en het dalen van de temperatuur. Bij lagere temperaturen worden de vissen minder actief en verbruiken ze minder zuurstof.
Verder is een deel van de vijver uitgediept, zodat de vissen daar naar toe kunnen trekken. Dat zal vooral in de winter gebeuren, want bij vorst zijn de diepere delen van de vijver het warmste.
Overigens benadrukt de ecoloog dat de karpers in de kweekvijver in goede conditie verkeren en dat ze de situatie goed aankunnen. De vijver wordt vrijwel dagelijks gecontroleerd op waterpeil, waterkwaliteit en de vitaliteit en activiteit van de vissen.
Waterpeil in kweekvijver voordat werd begonnen met het oppompen van grondwater - Foto: Gemeente Sittard-Geleen