Agressie op de stations en in de
treinen is afgelopen jaar toegenomen. Om daar beter tegen op te kunnen treden roept de
NS het ministerie van Justitie en Veiligheid op om speciale NS-medewerkers van Veiligheid & Service extra bevoegdheden te geven.
Dat heeft ook te maken met de verharding in de maatschappij, stelt de spoorvervoerder die met betrokken partijen, zoals politie, om de tafel wil om de problematiek aan te pakken.
Vorig jaar zijn door de NS 744 incidenten met agressie gerapporteerd. In 2020 waren dat er 661 en in het coronavrije jaar daarvoor 678. NS heeft zo’n 700 medewerkers bij Veiligheid & Service in dienst die ook een boa-bevoegdheid hebben. Die kwamen in totaal in 2021 ruim 3 miljoen keer in actie. Dat is volgens de NS fors meer dan de 2,5 miljoen van een jaar eerder.
Ook nam het aantal meldingen van incidenten tussen reizigers onderling toe met 20 procent tot 2300. En er waren meer NS-medewerkers betrokken bij enige vorm van agressie. 186 van hen liepen zelfs letsel op. Daarbij ging het in 87 procent van de gevallen om licht letsel.
“We zien dat een deel van de reizigers in coronatijd een korter lontje heeft, wat past binnen een trend die we breder in de samenleving zien”, zegt verantwoordelijk bestuurslid Eelco van Asch. Hij geeft aan dat in de loop van het jaar bij “een deel van de reizigers ‘onduidelijkheid’ was over de coronamaatregelen waardoor soms discussies ontstonden”.
Om sneller te kunnen handelen, wil de NS dat de speciaal getrainde medewerkers voortaan de identiteit van iemand mogen vaststellen. Daarvoor moet nu nog de politie worden gebeld. “Hoe eerder je weet wie je voor je hebt, hoe minder snel een situatie uit de hand kan lopen”, aldus de NS, die er ook voor pleit dat de medewerkers over de grens kunnen optreden op de internationale Intercity tussen Amsterdam en Brussel.