Studenten gaan op zaterdag 22 juni in Utrecht demonstreren tegen de invoering van een langstudeerboete door de rechtse coalitie.
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) organiseert het
protest tegen de “beklemmende en beperkende” maatregel die PVV, VVD, NSC en BBB willen invoeren.
“Deze maatregel versterkt alle grote pijnpunten voor studenten: krappe financiën, verslechterd mentaal welzijn en de gebrekkige ruimte voor participatie aan de maatschappij”, stelt voorzitter Elisa Weehuizen van de bond. Volgens de LSVb toont de boete van 3000 euro voor studenten die meer dan één jaar uitlopen aan dat de partijen die hem willen invoeren zich “met schaamteloos gemak onttrekken aan de problemen die onder studenten spelen”.
Het is niet voor het eerst dat studenten tegen een langstudeerboete de straat opgaan. Dezelfde maatregel werd in 2011 ook al ingevoerd door het kabinet-Rutte I, waarin VVD en CDA gedoogsteun kregen van de PVV. Duizenden studenten togen destijds naar het Malieveld in Den Haag om hun ongenoegen duidelijk te maken. Het was de grootste studentendemonstratie in jaren.
De tegenstanders van de boete kregen uiteindelijk hun zin: het kabinet viel, na de verkiezingen vormden VVD en PvdA een nieuwe coalitie en de boete ging met terugwerkende kracht van tafel.
Samen met tientallen andere organisaties heeft de vakbond ook een brandbrief over de boete naar de nieuwe coalitie gestuurd. “Omkijken naar elkaar, je steentje bijdragen in de maatschappij en jezelf ontwikkelen moeten niet gepaard gaan met een boete van 3000 euro”, vat het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) de boodschap daarin samen. Die wordt ook gesteund door de politieke jongerenorganisaties van VVD en NSC, respectievelijk JOVD en JSC. Zij vinden dat de maatregel de toegankelijkheid van het vervolgonderwijs “gigantisch onder druk” zet. Zeker voor studenten die relatief weinig te besteden hebben.
Ook de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOBmbo) was betrokken bij de brief. Voorzitter Miray Özügüzel stelt dat de partijen die de boete willen invoeren hiermee laten zien “de mentale gezondheid van studenten onderaan de prioriteitenlijst te hebben”.