Pasgeboren baby's moeten beter worden beschermd tegen kinkhoest, vindt de Gezondheidsraad. Het adviesorgaan vindt daarom dat mensen die op het werk in aanraking komen met kinderen tot zes maanden vaccinaties tegen de ziekte aangeboden moeten krijgen.
Dan gaat het bijvoorbeeld om werknemers van ziekenhuizen, de kinderopvang en consultatiebureaus. Ook verloskundigen en medewerkers van de kraamzorg vallen onder de groep die volgens de raad in aanmerking moet komen.
"Door deze groepen werknemers te vaccineren is gezondheidswinst te behalen in de groepen jonge kinderen die in hun eerste levensmaanden onvoldoende beschermd zijn tegen kinkhoest", legt de Gezondheidsraad uit.
Sinds 2019 kunnen zwangere vrouwen zich laten vaccineren tegen kinkhoest, waarmee ze de kans dat hun kind ziek wordt in de eerste levensmaanden sterk verkleinen. Dat doen ongeveer zeven op de tien zwangeren. Er blijft dus een minderheid over die in de eerste maanden onbeschermd is. Als de moeder de prik tijdens de zwangerschap niet heeft gehaald, kan het kind de eerste vaccindosis met twee maanden krijgen, maar pas na meerdere prikken is de bescherming optimaal.