Kleine kinderen die een hoog medisch risico lopen, kunnen vanaf 16 januari een coronavaccinatie krijgen.
De Gezondheidsraad had over de prikken geadviseerd en het kabinet neemt dat advies nu over. Het gaat om kinderen van zes maanden tot vijf jaar oud die bijvoorbeeld Down, hart- of longproblemen of een afweerstoornis hebben.
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport schat dat ongeveer 5000 kinderen in aanmerking komen. Zij worden uitgenodigd door de kinderarts en worden geprikt bij een van de speciaal daarvoor aangewezen GGD-locaties. Jonge kinderen die gezond zijn, komen vooralsnog niet in aanmerking voor een vaccin. Dat vond de Gezondheidsraad ook niet nodig.
Kinderen van vijf jaar en ouder konden al een coronavaccin krijgen, ook als ze geen verhoogd medisch risico lopen. Alle kinderen die gevaccineerd worden, krijgen een aangepaste dosis van BioNTech/Pfizer.