Een combinatie van hoge werkdruk, bureaucratie en mantelzorg speelt steeds meer
zorgmedewerkers parten.
Ongeveer een op de zes zorgmedewerkers geeft aan zich emotioneel uitgeput te voelen. Onder jongeren tot 36 jaar is dit zelfs een op de vijf, zo komt naar voren in een peiling van Stichting IZZ en de universiteiten van Utrecht en Leiden. In totaal deden daar ruim 5000 mensen die in de zorg werken aan mee.
Uit de analyse wordt verder duidelijk dat relatief veel zorgmedewerkers gebruikmaken van psychische zorg. Van de hele groep ondervraagden zegt een op de tien bijvoorbeeld naar een psycholoog te gaan, bij zorgmedewerkers onder de 25 jaar heeft een op de vijf een vorm van mentale hulp. Dat is ruim een derde meer dan in 2021, meldt IZZ.
De organisatie van werkgevers en werknemers in de zorgsector ziet dat het aantal zorgverleners met psychische moeilijkheden in vijf jaar tijd met ruim de helft is toegenomen. “Deze cijfers benadrukken de dringende noodzaak om de psychische gezondheid van zorgmedewerkers in verschillende leeftijdsgroepen te ondersteunen en te verbeteren”, vindt de stichting.
Onderzoeker Irene van der Fels legt uit wat de hoge werkdruk waar mensen in de zorg al jong mee te maken krijgen precies inhoudt. “Ze moeten vaak lange dagen maken, overuren draaien en meerdere taken tegelijkertijd beheren. Deze constante druk en beperkte hersteltijd leidt tot stress, burn-out en andere psychische problemen. Bovendien zijn jonge zorgmedewerkers nog onervaren met emotioneel zware situaties, zoals het overlijden van een patiënt.”
Veel zorgmedewerkers hebben ook in hun privéleven een naaste om voor te zorgen: een op de drie zegt mantelzorgtaken te verrichten. Meestal doen ze dat een of twee keer per week. Ook dit draagt bij aan de druk die ze ervaren. “Het helpt om op het werk met collega’s over mantelzorg te praten”, raadt Van der Fels aan. “Vaak zijn collega’s niet op de hoogte van elkaars mantelzorgtaken. Wanneer ze dit bespreekbaar maken, herkennen ze zich in elkaars situaties en kunnen ze samen bespreken hoe hiermee om te gaan.”