Ongeveer een op de acht bedrijven in de horecasector noemt de eigen schulden problematisch.
Volgens het
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is dat twee keer zoveel als het gemiddelde in het bedrijfsleven, dat op 6 procent ligt. Horecaondernemers zijn daarnaast onzekerder over het voortbestaan van hun bedrijf en zijn minder positief in hun verwachtingen voor 2024.
Het
CBS nam in oktober en november een enquête af onder bedrijven met vijf of meer mensen in dienst. Daarin noemt verreweg het grootste deel van de horecabedrijven de schuldenlast lager of ongeveer even hoog als in 2022. De overige 15 procent zag juist een toename van de schulden, wat volgens het CBS problematisch was in de helft van de gevallen. Het gaat dan met name om bedrijven in de sector die het statistiekbureau als ‘logiesverstrekking’ definieert. Daaronder vallen bijvoorbeeld hotels en verhuurders van vakantiehuizen.
Verder verwachten zes op de tien bedrijven in de
horeca nog minstens een jaar te bestaan. Dat is relatief weinig in vergelijking met het gemiddelde van 73 procent in alle bedrijfssectoren. Opvallend is dat juist logiesverstrekkers positiever zijn, ondanks dat hun schuldenlast naar eigen zeggen hoger is geworden het afgelopen jaar.
Eet- en drinkgelegenheden kunnen volgens het CBS minder vaak een inschatting maken over de continuïteit van het bedrijf. Dat is ook terug te zien in het vertrouwen van horecaondernemers over 2024. Zij zijn onder andere minder positief over de omzetverwachtingen, constateert het CBS. Slechts 3 procent van de ondernemers met een eet- en drinkgelegenheid verwacht voor dit jaar bijvoorbeeld meer omzet te draaien; gemiddeld genomen ligt dat percentage op 21 procent.
Het aantal faillissementen in de horeca lag volgens het statistiekbureau tot en met november 2023 op 254. Dat aantal is vergelijkbaar met het totale aantal bankroeten in heel 2019, het laatste jaar voor de coronacrisis. Tijdens de pandemie lag het aantal faillissementen nog op een laag niveau. Zo gingen er in 2022 nog 134 bedrijven op de fles.
Voorzitter van Koninklijke Horeca Nederland Marijke Vuik pleitte maandag nog voor het duurder maken van de horeca, om zo faillissementen te voorkomen. De winstmarges zijn namelijk veel kleiner geworden door de hogere kosten voor onder meer personeel en energie. Vuik wil dat de marges naar gemiddeld 10 tot 13 procent gaan, terwijl horecaondernemers het volgens haar nu moeten doen met zo’n 7 tot 9 procent.