Energiebesparende maatregelen zijn dit jaar wereldwijd in een stroomversnelling geraakt door de sterk gestegen prijzen voor olie, gas en elektriciteit en schaarste als gevolg van de Russische inval in Oekraïne.
Investeringen in bijvoorbeeld isolatie van huizen en beter openbaar vervoer leverden in 2022 een vier keer zo grote besparing op als een jaar eerder, berekende het Internationaal Energie Agentschap (IEA).
De wereldeconomie ging volgens het IEA dit jaar 2 procent zuiniger om met energie dan vorig jaar. In de afgelopen twee coronajaren viel die winst nog terug tot 0,5 procent, onder andere doordat de verduurzaming van kantoren, huizen en fabrieken vertraging opliep. Het huidige besparingstempo ligt ook veel hoger dan dat van voor de coronapandemie, maar nog wel lager dan volgens het IEA nodig is om in 2050 per saldo geen CO2 meer uit te stoten.
Het totale bedrag dat dit jaar opgaat aan isolatie, warmtepompen en andere besparingsmaatregelen loopt waarschijnlijk op tot 560 miljard dollar. Dat is 16 procent meer dan vorig jaar.
De gezaghebbende adviseur voor energiebeleid spreekt van een mogelijk keerpunt. IEA-directeur Fatih Birol trekt daarbij de vergelijking met de oliecrisis van de jaren 70. Als gevolg van een olieboycot door Arabische olieproducerende landen gingen overheden toen ook over tot actie om auto’s, gebouwen en apparatuur zuiniger te maken.
“In de huidige energiecrisis zien we opnieuw dat energie-efficiëntie een prioriteit wordt. Dat is van cruciaal belang om met deze crisis om te gaan”, zegt Birol, die erop wijst dat deze ingrepen ook van belang zijn om klimaatverandering tegen te gaan.
De bij het IEA aangesloten landen hebben sinds 2000 ongeveer 680 miljard dollar bespaard op hun energie-uitgaven. Dat staat gelijk aan 15 procent van al het geld dat dit jaar opgaat aan gas, elektriciteit en brandstof.