De Werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits geeft in onderstaande brief aan het college van B&W en de gemeenteraad aan dit jaar nadrukkelijk stil te willen staan bij de aankondiging van de mijnsluiting 60 jaar geleden.
Het is dit jaar 60 jaar geleden dat toenmalig minister van Economische Zaken Joop de Uyl het beëindigen van de staatsexploitatie op steenkool aankondigde.
"De mijn Maurits, produceert tonnen kolen met de grootste verliezen per ton en de regering heeft besloten dat met ingang van 1 april 1966 de mijn Maurits zal worden afgebouwd, waarbij een betrekkelijk korte termijn van drie jaar zal worden nagestreefd," zo sprake Den Uyl tijdens een redevoering in 1965.
Een jaar later werd een begin gemaakt aan de sluiting van de Staatsmijn Maurits. Van 1926-1967 groeide Geleen als bruisend centrum van de regio. Van welke kant men Geleen ook naderde altijd was er dat baken, die pukkel, de steenberg van de Maurits. De impact van de Mijnindustrie en vervolgens de sluiting hiervan, op onze gemeente, was en is nog steeds groot. Met de jaren vond Geleen zichzelf opnieuw uit. Een nieuwe groeidiamant ontwikkelde zich: Chemelot. Steeds zichzelf maar uitvinden zit wellicht in onze genen afkomstig van onze kompels.
In 2022 concludeerde een groep inwoners dat er te weinig stil gestaan werd bij de geschiedenis van onze gemeente en met name die periode die voor Geleen een behoorlijke impact heeft gehad. Veel inwoners herkennen de sporen uit het Mijnverleden niet of onvoldoende. Ook omdat ze niet of nauwelijks zichtbaar waren en zijn. Met name bij de jongeren is de Mauritsperiode een witte vlek. Ze zijn zich niet bewust van hoe de geschiedenis van de omgeving en het leven hier kleurt. Veel Geleense wijken en het centrum van Geleen zijn gebouwd in de periode van de Mijnbouw. De werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits streeft erna om het bestaande erfgoed zichtbaar te houden en zichtbaar te maken in Geleen. Een gebrek aan begrip en kennis over de eigen herkomst en cultuur kan leiden tot een gebrek van gevoel van een eigen identiteit. Daarom is het voor een individu, maar ook voor een samenleving als geheel zo belangrijk om de eigen geschiedenis en cultuur zichtbaar en voelbaar te maken. Materieel en immaterieel erfgoed kan bijdragen aan het thuis voelen en trots zijn op iemand en je eigen omgeving. Veel van dit erfgoed is al verloren gegaan.
De afgelopen 3 jaar heeft de werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits regelmatig tal van activiteiten voor jong en oud georganiseerd om dit Mijnverleden onder de aandacht te brengen en te houden bij zowel de jongeren als de ouderen en probeert daar waar het mogelijk is een verbinding te maken. Daarnaast probeert deze werkgroep de verhalen van het verleden op te halen, zodat deze bewaard blijven voor de volgende generatie(s).
Voor deze inzet is de werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits, 13 december jl. uitgeroepen tot winnaar van de Landelijke Erfgoedprijs voor vrijwilligers 2024.
Wij mogen wel stellen dat de activiteiten bij velen zeer gewaardeerd worden en de roep naar een meer structurele fysieke verankering van ons verleden in Geleen, en liefst in het centrum van Geleen, is groot. "Het verhaal van het verleden en de fysieke overblijfselen hiervan, vormen de identiteit van onze stad."
Afgelopen 3 jaar heeft de werkgroep herhaaldelijk stilgestaan bij de geschiedenis van de Staatsmijn Maurits, die van grote invloed is geweest op de economische en maatschappelijke ontwikkeling van Geleen en haar omgeving. Zowel jong als oud hebben tal van deze activiteiten bijgewoond. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Besloten is om in 2025 door middel van tal van activiteiten extra aandacht te schenken aan de aankondiging van het sluitingsbesluit van minister Den Uyl, zestig jaar geleden. Daarnaast de wens verder te onderzoeken of een tijdelijke, liefst permanente, expositie in het centrum van Geleen tot de mogelijkheden kan behoren. Erfgoed, de verhalen uit het verleden overdragen aan de volgende generatie en vooral ook inzetten voor de toekomst. Ons streven voor 2025/2026 is, een permanente expositie in Geleen over de geschiedenis van Geleen en op een locatie die rechtdoet aan deze geschiedenis: Het Stadhuis van Geleen. Momenteel wordt met de eigenaar van het voormalige postkantoor (momenteel expositie Pinkpop) gesproken om medio april-mei-juni een extra tijdelijke expositie over het rijke Mijnverleden van Geleen open te kunnen stellen. Ook wordt bekeken of een meer structurele expositie over het rijke Mijnverleden en de impact hiervan en ook de periode daarna, tot de mogelijkheden behoort. Een expositie in het oude raadhuis Geleen aan de Markt zou daarbij voor de werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits de voorkeur hebben, gelet op de relatie met de Maurits. Deze expositie kan aansluiten op de gedachten van Chemelot om ook in het centrum van Geleen een (blijvende) expositie te houden. Het zou mooi zijn om het verleden, heden en de toekomst hiermee te verbinden. Wij verzoeken het College en de Raad te onderzoeken of hier mogelijkheden toe zijn.
Onze spreuk is dan ook "iedereen zou het verleden moeten kennen om het heden beter te kunnen begrijpen om verder te bouwen aan een mooie toekomst van het stadsdeel Geleen".
2025 is het dus zestig jaar geleden na de aankondiging van de sluiting van de Mijnen waaronder de Maurits.
Vandaar dat door de werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits besloten is om dit jaar nog uitgebreider bij dit herdenkingsmoment stil te blijven staan, waarbij gedacht wordt aan (in willekeurige volgorde):
Het jaar wordt jaarlijks afgesloten met een bijzondere Barbaraherdenking, waarbij bekeken wordt of jongeren en basisscholen ook hierbij betrokken kunnen worden.
De werkgroep roept het collegebestuur op om samen met de werkgroep Mijnverleden Staatsmijn Maurits onderzoek te doen naar een (semi)permanente ruimte in het centrum om een expositie over de geschiedenis van Geleen mogelijk te maken. Motto: Maak het DNA van Geleen zichtbaar!