Mensen houden weer wat meer over om uit te geven, aldus het
Centraal Planbureau (CPB) in een raming over de economie.
De
koopkracht groeit dit jaar met 2,5 procent en volgend jaar met 1,1 procent. "In 2025 is de koopkracht voor het doorsnee huishouden weer boven het niveau van 2021, toen de inflatiegolf begon."
Als er geen rekening wordt gehouden met persoonlijke gebeurtenissen, zoals een scheiding of het verlies van een baan, gaan de meeste groepen er gemiddeld wat op vooruit. Dit jaar profiteren vooral de midden- en hogere inkomens, voor 2025 is een wat grotere plus voorzien voor de laagste inkomens.
Dat de koopkracht toeneemt, heeft te maken met de hogere lonen en de lagere lasten. "De koopkracht in 2025 is duidelijk hoger dan bij de vorige raming als gevolg van de lastenverlichting uit het hoofdlijnenakkoord", aldus het
CPB. Die maatregelen zorgen er tegelijkertijd voor dat het begrotingstekort oploopt.
Het aantal mensen dat in armoede leeft, daalt naar 4,1 procent. In 2024 leeft 4,5 procent van de mensen in armoede, het jaar ervoor was het 4,6 procent. Na volgend jaar loopt dit aandeel ook weer wat op.