Met koeienstront de kas spekken – SC Susteren organiseert ‘Koesjiete’
De kas van je sportvereniging spekken ten tijde van een pandemie? In Susteren weten ze er raad mee.
SC Susteren organiseert op zaterdag 3 juli aanstaande een heus ‘schijtevenement’ op het sportpark van de lokale voetbalvereniging.
Koeschijten is een ludieke vorm van een loterij, waarbij een koe bepaalt op welk lot een prijs valt. Daartoe loopt een koe een aantal uren op een in kavels verdeeld veld. Elk kavel is een lot en de prijs valt op het (de) kavel(s) waarop de koe een koeienflat heeft gedeponeerd.
Op 3 juli wordt Bertha #1934 om 14:00 uur losgelaten op het afgezette en in 1000 kavels verdeelde hoofdveld van sportpark Suëstra. Bertha krijgt dan tot 17:00 uur de tijd om op een of meer kavels te schijten, waarna de schijtsrechter de uitslag vaststelt. Volgens welke regels dat allemaal gebeurt leest u op de website van SC Susteren. Daar kunt u ook een of meer kavels kopen. Die kosten 5 euro per stuk.
Het te verdelen prijzengeld bedraagt 20 procent van de waarde van de verkochte kavels. Als alle kavels worden verkocht kan een deelnemer dus maximaal 750 euro winnen.
Navraag bij een koeienkenner leverde de wetenschap op dat een koe gemiddeld een keer per anderhalf uur schijt. Als Bertha zich aan dit koeienschijtgemiddelde houdt zouden er dus maximaal 3 schijtmomenten kunnen zijn. En als Bertha onder het schijten pas op de plaats houdt leidt dat tot de conclusie dat, afhankelijk van de plek waar Bertha haar output deponeert, het aantal prijswinnaars kan variëren van 1 tot 12. En dat levert dan een winkans op van minimaal 1 op de 1000 op 750 euro tot maximaal 1 op de 83,3 op 62,50 euro. Maar je zult op 3 juli ongetwijfeld zien dat Bertha gewoon schijt heeft aan al deze mogelijke uitkomsten.
Het evenement wordt live gestreamd en is op internet te volgen. Mochten de coronaregels dat op 3 juli toelaten dan kunnen toeschouwers (mogelijk beperkt) het evenement op het sportpark bijwonen. Toeschouwers mogen de koe dan uiteraard niet beïnvloeden of voeren.
