Tientallen landen, waaronder Nederland, hebben afgesproken gezamenlijk de strijd aan te gaan tegen
gijzelsoftware.
Ze spreken zich in een verklaring uit voor internationale samenwerking, onder meer om te voorkomen dat criminelen hun ‘losgeld’ kunnen witwassen.
Vertegenwoordigers van circa dertig landen hadden virtueel vergaderd op initiatief van de Verenigde Staten. De grote afwezige was Rusland, dat niet was uitgenodigd.
Gijzelsoftware wordt in de slotverklaring omschreven als een gevaar voor cruciale infrastructuur, essentiële diensten en consumenten. Dergelijke software versleutelt bestanden op computers, waarna in digitale valuta losgeld betaald moet worden om weer toegang te krijgen. Landen wisselden op de top ervaringen uit over de impact die zo’n aanval kan hebben. Zo waren op meerdere plaatsen ziekenhuizen getroffen.
De landen vinden volgens de verklaring dat snel iets gedaan moet worden. Zo moet worden ingezet op een betere “cyberhygiëne”, ook in het bedrijfsleven. Met die term wordt verwezen naar manieren om het cybercriminelen moeilijker te maken, bijvoorbeeld door offline backups bij te houden of betere wachtwoorden in te stellen.
Ook samenwerking tussen politiediensten om daders aan te pakken wordt gezien als een noodzakelijke stap. Voorkomen moet worden dat het winstgevend kan zijn om gijzelsoftware te verspreiden, vinden de landen. Die benadrukken dat naar “alle beschikbare middelen” gekeken zal worden bij de aanpak van cybercriminelen.
Hoewel Rusland niet was uitgenodigd, wordt met dat land wel gepraat over de problemen met gijzelsoftware. Dat gebeurt volgens Amerikaanse functionarissen via een ander kanaal. Landen als Nederland, Australië, Frankrijk, Duitsland, Israël en Mexico mochten meedoen aan de tweedaagse bijeenkomst.