Van de eierprijzen tot de koopsommen van landbouwgrond, en van de inkoopbedragen van zaden tot de kosten voor oogstmachines.
Het is allemaal terug te vinden in de statistiek landbouwprijzen die het CBS op donderdag 15 mei 2025 heeft gepubliceerd op de CBS-database StatLine en heeft aangeleverd bij het Europese statistiekbureau Eurostat. "De Europese Unie gebruikt deze cijfers om te kunnen zien of de landbouwprijzen aanleiding zijn om beleidsmaatregelen te nemen en om na te gaan of de landbouwsubsidies eerlijk over de lidstaten zijn verdeeld", aldus statistisch onderzoeker Maarten Mus van het CBS.Het aanleveren van de gegevens gebeurde na een intensieve samenwerking met Wageningen Social & Economic Research (WSER), omdat voor het eerst moest worden voldaan aan de kwaliteitseisen van een nieuwe verordening van deEuropese Unie (EU).
Landbouw is in Europa een belangrijke bedrijfstak.In 2023 werkten miljoenen mensen binnen de EU in de landbouwsector, terwijl honderden miljoenen consumenten wereldwijd– ook buitenEuropa – afhankelijk zijn van de producten van agrarische bedrijven in de EU.In 2018 gaf de EU58,8 miljard euro uit aan landbouwsubsidies, bijvoorbeeld om veilig en betaalbaar voedsel te produceren. "Het is dus logisch dat de EU de prijzen in de landbouw goed wil kunnen monitoren. Wat ontvangen boeren voor de door hen geproduceerde producten en hoe beïnvloedt dit het verdienvermogen van de sector? Daarnaast wil de EU kunnen zien of bepaalde prijsvorming aanleiding is om beleidsmaatregelen te nemen en hoe Europees beleid de prijzen beïnvloedt." Dat zegtJop Woltjer, onderzoeker bij WSER.
Al ongeveer vijftien jaar stuurt het CBS data over landbouwprijzen naar Eurostat. De gegevens worden aangeleverd door WSER, een onderzoeksinstituut binnen Wageningen University & Research (WUR). "De statistieken hebben vier pijlers", vertelt Mus. "De eerste is input: de prijs van alles wat nodig is om te produceren. Denk bijvoorbeeld aan veevoer, zaden en gewasbeschermingsmiddelen. De tweede pijler is de output: de prijs van alles wat wórdt geproduceerd, van granen tot vlees. De gegevens over de input en output sturen we elk kwartaal naar Eurostat. De prijzen van landbouwgrond zijn pijler drie en de pachtprijzen van landbouwgrond pijler vier. Deze data sturen we jaarlijks naar Eurostat."
Jarenlang was aanlevering van deze data aan Eurostat niet verplicht, maar sinds dit voorjaar is die verplichting er wel. Mus: "De EU heeft in 2023 besloten tot een Europese verordening. Elk EU-lid moet nu sinds 2025 per kwartaal cijfers aanleveren. Voor Nederland betekent dit: het CBS verstrekt de cijfers en is er voor verantwoordelijk dat wordt voldaan aan de Europese kwaliteitscriteria. Deze criteria zijn belangrijk, omdat op die manier alle lidstaten dezelfde statistieken aanleveren. Je kunt dan bijvoorbeeld zuivere vergelijkingen maken tussen landen."
Een ander voorbeeld van een kwaliteitscriterium is dat de landbouwsector zo weinig mogelijk moet worden belast. "Boeren moeten geen extra tijd kwijt zijn boven op hun gebruikelijke aanlevering van data voor andere doeleinden. Daar zijn we goed in geslaagd. De statistiek landbouwprijzen is vrijwel volledig gebaseerd op bestaande databronnen. De enige aanvulling was een CBS-vragenlijst naar40 veeartsbedrijven om hun kosten in beeld te krijgen. Het was niet nodig andere enquêtes op te zetten voor de sector", aldus Mus.
De statistiek landbouwprijzen moet een representatief beeld geven van de sector. Met behulp van welke informatiebronnen is dat gelukt? Woltjer: "Prijsinformatie in de agrifood-sector wordt verzameld, gemeten en gewogen volgens een vast stramien. Afhankelijk van het product gaat het om dag-, week- of maandprijzen. De data uit verschillende bronnen worden samengebracht en gewogen om te komen tot representatieve prijzen per product. We maken gebruik van een breed netwerk van bronnen. Bijvoorbeeld toeleveranciers en agrarische producenten, maar ook afnemers en verwerkers van landbouwproducten. Denk aan brancheverenigingen, coöperaties, groenteveilingen en slachtbedrijven. De deelname van deze partijen is essentieel voor de kwaliteit en continuïteit van de prijsverzameling. Via andere bronnen verzamelen we aanvullende informatie. Een voorbeeld zijn organisaties die de centrale inkoop van producten verzorgen voor boerenbedrijven."
Mus: "Het CBS verwerkt in de statistiek landbouwprijzen ook CBS-data. Het gaat om gegevens uit de Producentenprijsindex, Consumentenprijsindex en Dienstenprijsindex. Waar het zoal om gaat? De uitgaven van landbouwbedrijven aan het onderhoud van stallen en hun investeringen in materialen. De prijzen voor oogstmachines achterhalen we bijvoorbeeld op deze manier. Verder stuurt de branchevereniging van groenten en fruit rechtstreeks data naar het CBS voor de statistiek landbouwprijzen."
De statistiek landbouwprijzen is niet alleen bedoeld voor Eurostat en deEuropese Unie. "Iedereen heeft inzage", zegt Mus. "Zowel burgers als professionals uit de branche, maar ook nationale en internationale beleidsmakers." Woltjer: "Bij WSER horen we vaak van boeren dat ze waarde hechten aan de informatie. Die is actueel: elk kwartaal worden de gegevens ververst. En voor consumenten is de statistiek landbouwprijzen ook nuttig: je ziet bijvoorbeeld hoe de melkprijs zich heeft ontwikkeld."
Sinds de Europese verordening zijn de rollen van het CBS en WSER veranderd. Mus: "In de oude situatie bezorgde WSER de cijfers aan het CBS en stuurde het CBS die door naar Eurostat. Nu het CBS verplicht en verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de statistiek landbouwprijzen wordt van ons verlangd dat we bijvoorbeeld controleren of de statistische processen van WSER voldoen aan de Europese kwaliteitseisen. We zijn daarom nauwer gaan samenwerken met WSER. Hierin hebben we mooie stappen gezet. In de afgelopen twee jaren is niet alleen de kwaliteit van de statistiek landbouwprijzen gegroeid, maar ook de kwaliteit van onze samenwerking."
Woltjer: "We hebben gezocht naar een nieuwe balans. WSER leverde al jaren data op een bepaalde manier aan. Dan is het even wennen als de andere partij opeens over je schouder meekijkt en bijvoorbeeld vraagt waarom je een bepaalde bron of methode hebt gebruikt. We hebben moeten uitvinden wie welke verantwoordelijkheid neemt in de nieuwe situatie. Het CBS is logischerwijs geneigd vooral het perspectief van de kwaliteitseis te hanteren, wij kijken meer door de bril van de sector. Maar uiteindelijk slaagden we er gezamenlijk in om een kwalitatief en representatief beeld te creëren van de prijsontwikkeling in die sector. We zijn in de afgelopen twee jaar tot een goede samenwerking gekomen, waarin ruimte is voor de kwaliteit van het CBS en de kwaliteit van WSER."