De digitale toegang voor mensen die namens een grote groep kwetsbare burgers zakendoen met de overheid, is niet goed geregeld.
Dat concludeert ombudsman Reinier van Zutphen in een dinsdag verschenen rapport over
DigiD. DigiD is een soort digitaal paspoort waarmee mensen online hun zaken kunnen regelen voor overheidsinstanties.
“In Nederland zijn zo’n 273.000 mensen onder bewind gesteld en 2,6 miljoen mensen digitaal niet vaardig. Zij mogen of kunnen niet zelf hun zaken digitaal regelen met de overheid, maar zijn daarvoor afhankelijk van een wettelijke vertegenwoordiger of gemachtigde”, schrijft de ombudsman. Deze vertegenwoordigers, zoals een naaste, familielid of professional, zijn volgens hem vaak onnodig veel tijd kwijt, omdat ze veel dingen digitaal niet kunnen regelen.
Dat komt doordat het vaak niet mogelijk is voor burgers “om vrijwillig iemand te machtigen die voor hen digitaal zaken kan doen met de overheid”, aldus Van Zutphen. Daardoor gebruiken wettelijke vertegenwoordigers soms, tegen de regels in, de DigiD van een kwetsbaar persoon om hun zaken te regelen. Volgens de ombudsman kunnen burgers slechts bij 24 van de 342 iemand vrijwillig machtigen, en dat geldt dan voor 2 van de 1300 gemeenschappelijke regelingen.
Tegenover Trouw zegt de ombudsman dat de overheid hiermee toelaat dat bepaalde groepen structureel fraude plegen, doordat ze niet anders kunnen. “Dit gedogen, kan niet”, aldus Van Zutphen tegen de krant. “Maar de overheid laat mensen geen andere keus.”
De ombudsman wil dat demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Digitalisering) binnen drie maanden komt met een plan van aanpak voor de digitale toegang van wettelijke vertegenwoordigers. “Zolang voor hen de digitale toegang niet goed is geregeld, kan de staatssecretaris niet stellen dat digitaal zakendoen met de overheid voor iedereen mogelijk is. De overheid moet harder lopen, zodat écht iedereen mee kan doen.”
De ombudsman ziet wel dat er sinds zijn laatste rapport in 2017 over digitale toegang tot de overheid, dingen zijn verbeterd. Zo is sindsdien besloten dat de overheid altijd persoonlijk bereikbaar moet kunnen zijn via bijvoorbeeld de telefoon of bij een balie. Ook zijn er zogeheten Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s), om burgers te helpen bij digitale overheidszaken.