De omzet van de Nederlandse
detailhandel is in april met 2,3 procent toegenomen vergeleken met een jaar eerder.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Winkeliers zagen het volume, ofwel de hoeveelheid spullen of voedingsmiddelen die ze verkochten, gemiddeld ook met 2,3 procent stijgen. Verder werd online 8,8 procent meer omgezet.
Volgens het CBS ging in de non-foodsector, dus winkels waar geen levens- en genotmiddelen worden verkocht, de omzet met 3,8 procent omhoog. Het verkoopvolume was 4,9 procent hoger dan een jaar eerder. Drogisterijen, winkels in doe-het-zelfartikelen, recreatie-artikelen, schoenen en lederwaren en consumentenelektronica hebben in april meer omgezet. Kledingwinkels en winkels in meubels en woninginrichting hebben minder omgezet.
Winkels in voedings- en genotmiddelen hebben in april 0,4 procent minder omzet behaald dan een jaar geleden. Het verkoopvolume was 2,6 procent lager. De omzet van supermarkten daalde 0,7 procent en de omzet van speciaalzaken was 1,9 procent hoger.
Webwinkels hebben 11,6 procent meer omgezet. De onlineomzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is, was 5,4 procent hoger.
Volgens het CBS zijn de omzetcijfers gecorrigeerd voor de samenstelling van kalenderdagen in maart. Op sommige dagen van de week wordt meer verkocht dan op andere dagen. Zonder deze correctie was de omzet van de detailhandel 3 procent hoger dan in april 2023.