Er moet onder politiemensen meer kennis komen over racisme en discriminatie in de maatschappij, en de politie moet structureel harder gaan optreden tegen dit probleem.
Dat zegt voorzitter van de Nederlandse Politiebond (NPB) Jan Struijs in een reactie op de uitspraken van politiechef Janny Knol van de eenheid Oost-Nederland. In een interview in het AD zegt ze dat racisme structureel voorkomt bij de politie en als een structureel probleem moet worden aangepakt.
“Wij zien hetzelfde probleem en vinden dat er een sociaal veiligheidsplan moet komen, zodat dit onderwerp echt op de agenda komt van de politie, en er ook niet meer vanaf gaat”, aldus Struijs. “Politiemensen moeten de pijn gaan voelen van mensen die ermee te maken hebben.” Die kennis over racisme moet het probleem vervolgens zowel binnen als buiten de organisatie tegengaan, denkt de voorzitter. “Want als je die pijn van de maatschappij begrijpt, dan voel je dat als politie ook. En dit is ook iets wat je met je hart moet doen.”
Vorige weekend ging er op sociale media een filmpje rond waarin politiemedewerkers in privétijd racistische opmerkingen maakten. Zes politiemensen werden daarna per direct buiten functie gesteld, en er is een onderzoek gestart naar de uitlatingen en de betrokkenheid van de medewerkers.
Volgens Struijs zijn er inmiddels gesprekken gevoerd over het sociale veiligheidsplan met politiebonden, de minister van Justitie en Veiligheid en de top van de politie. “We proberen het plan al langer op de agenda te krijgen, omdat we hetzelfde probleem als politiechef Knol zien. Racisme en discriminatie komen te vaak voor, en we moeten harder gaan optreden. We moeten met slachtoffers in contact komen en ze serieus nemen.”