Duizenden werkgevers moeten de volledige steun terugbetalen die ze in het voorjaar van 2020 ontvingen om lonen door te kunnen betalen.
Uitkeringsinstantie
UWV stortte het geld als voorschot en wilde voor 10 januari een eindafrekening van werkgevers om te zien op hoeveel financiële hulp ze daadwerkelijk recht hebben. Naar nu blijkt hebben 5840 bedrijven dit niet gedaan, waardoor ze in totaal zo’n 160 miljoen euro terug moeten betalen.
De overheid zette na de invoering van de eerste lockdown wegens het coronavirus het eerste loket voor de tijdelijke
Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) op. Werkgevers kregen loonkosten tussen maart en eind mei vergoed als ze veel inkomsten misliepen door de pandemie. Naarmate de gederfde inkomsten opliepen kregen ze meer steun, dat als voorschot werd uitgekeerd. Maar voor de bepaling van de definitieve steun moesten werkgevers de exacte cijfers over het omzetverlies aanleveren, vaak met accountantsverklaring.
Bij bedrijven die dit niet hebben gedaan voor de uiterlijke deadline, stelt het UWV het bedrag waar ze recht op hebben vast op nul euro. Deze werkgevers kunnen nog in bezwaar tegen dit besluit. Om te voorkomen dat deze bedrijven in acute geldnood komen, hebben ze mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen die volgens het UWV ruim is. Werkgevers die een deel van hun
NOW-voorschot moeten terugbetalen hebben die mogelijkheid ook.
“De verwachting is dat een deel van deze groep van 5840 werkgevers bewust geen aanvraag heeft ingediend en dit ook niet overweegt”, schrijft minister Karien van Gennip (Sociale Zaken) aan de Tweede Kamer. Die bedrijven weten dan al een tijdje dat ze uiteindelijk toch niet aan de voorwaarden voor
loonsteun voldeden, en het bedrag dus hoe dan ook terug moeten betalen.
Ruim 132.000 werkgevers die in het voorjaar van 2020 NOW ontvingen, hebben inmiddels wel een volledige of gedeeltelijke vaststelling aangevraagd.