Onder meer middels proeven met scanners waarmee objecten op lichamen kunnen worden gezien en met speciaal getrainde honden die verborgen telefoons kunnen opsporen moet de invoer van
smokkelwaar in gevangenissen worden tegengegaan.
Het zijn twee van de door staatssecretaris Klaas Dijkhoff gesteunde vernieuwingen die het gevangenispersoneel moeten helpen om contrabande tegen te gaan.
Hij reageert hiermee op het rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie over smokkelwaar in gevangenissen, dat donderdag is gepubliceerd. Daarin staat dat gevangenispersoneel hard werkt om drugs, telefoons en wapens buiten de muren te houden, maar ook dat er een effectievere aanpak nodig is. De staatssecretaris vraagt de Dienst Justitiële Inrichtingen de aanbevelingen van de inspectie over te nemen.
Volgens de inspectie maken onder meer nieuwe technologieën het moeilijker om verboden voorwerpen te ontdekken. Zo worden mobiele telefoons steeds kleiner, waardoor ze moeilijker zijn te detecteren.
Dijkhoff wil gedetineerden die smokkelwaar in hun bezit hebben meer persoonsgericht gaan straffen. Of een straf effectief is, zoals het afnemen van privileges of opsluiting in de isoleercel, verschilt namelijk van gedetineerde tot gedetineerde.
De staatssecretaris werkt al langere tijd aan het strafbaar stellen van bezoekers die verboden goederen binnensmokkelen. Daar komt volgens zijn wetsvoorstel maximaal een half jaar celstraf op te staan.
Een andere constatering van de inspectie is dat het personeelsleden soms aan tijd ontbreekt om celinspecties grondig uit te voeren. Dijkhoff zegt hierover dat de Dienst Justitiële Inrichtingen vorig jaar is gestart met de werving van 240 beveiligers. Ook is 20 miljoen euro uitgetrokken om het vakmanschap te versterken. Meerdere beveiligers hadden in gesprekken met de inspectie gevraagd om extra training om contrabande te herkennen.